AFVOERLEIDING
Isoleer elke flensverbinding met behulp van het isolatiemateriaal
(niet-meegeleverd), om condens te voorkomen. Isoleer ook elke
koudemiddelleiding.
Bevestig de draadklemmen en de
vinyltape, om condensvorming op
de leiding te voorkomen.
Bevestig de vinytape op het verticale deel
Zet de leiding op 3 plekken
vast met draadklemmen
(niet-meegeleverd)
Unit-
zijde
Isolatiemateriaal
(meegeleverd)
Controleer of er geen opening
tussen binnenunit en de isolatie is
11 AFVOERLEIDING
11.1 ALGEMENE INFORMATIE
!
L E T O P
•
Sluit de afvoerleiding van de binnenunit niet aan op een afvoergoot
waar zich bijtende gassen bevinden. Giftige gassen kunnen dan
namelijk in de kamer stromen en vergiftiging veroorzaken.
•
Maak geen helling omhoog of verhoging voor de afvoerleiding, omdat
dan afvoerwater terugvloeit in de unit en water in de ruimte lekt
wanneer de unit wordt uitgeschakeld.
•
Sluit de afvoerleiding niet aan op rioolleidingen of andere afvoer-lei-
dingen.
•
Wanneer de gemeenschappelijke afvoerleiding wordt aangesloten
op andere binnenunits, moet de aansluitpositie van elke binnenunit
hoger liggen dan de gemeenschappelijke leiding. De leiding van de
gemeenschappelijke afvoerleiding moet groot genoeg zijn voor de
grootte van de unit en het aantal units.
11.2 AANSLUITING VAN AFVOERLEIDING
1 Hierna wordt de positie van de aansluiting van de
afvoerleiding weergegeven.
Aansluiting van afvoerleiding
197
PMML0550 rev.2 - 08/2021
(isolatie voor koudemiddelleiding,
(niet-meegeleverd)).
Koudemiddelleiding
(niet-meegeleverd)
Isolatie voor koudemiddelleiding
(niet-meegeleverd)
49
Als u het optionele luchtpaneel na installatie behandelt met een
lekdetectiemiddel (Gupoflex wordt aanbevolen), zorg er dan
voor dat het middel niet in contact komt met het luchtpaneel. Dit
kan namelijk een breuk in het paneel veroorzaken en het paneel
doen vallen. Als het lekdetectiemiddel in contact komt met het
luchtpaneel, veeg het dan volledig schoon.
•
De afvoerleiding moet worden geïsoleerd als de afvoer wordt
geïnstalleerd op een locatie waar condens kan vallen dat zich heeft
gevormd op de buitenkant van de afvoerleiding en schade kan
veroorzaken. De afvoerleiding moet zodanig zijn geïsoleerd, dat geen
dampen kunnen ontsnappen en dat er geen condens wordt gevormd.
•
Naast de binnenunit moet een zwanenhals worden geïnstalleerd.
Deze zwanenhals moet op basis van goede ervaringen worden
ontworpen en gecontroleerd (gevuld) met water en getest op een
juiste doorvoer. Bind of klem de afvoerleiding niet samen met de
koudemiddelleiding.
?
O P M E R K I N G
•
Installeer de afvoer in overeenstemming met de nationale en lokale
bepalingen.
•
Let op de dikte van het isolatiemateriaal wanneer u de leiding aan de
linkerkant maakt. Als het materiaal te dik is, kunt u de leiding niet in
de unit plaatsen.
2 Leg een pvc-buis klaar met een buitendiameter van 32 mm
(VP25).
3 Bevestig de slang aan de afvoerslang met behulp van
plakband en de meegeleverde klem. De afvoerslang moet
worden aangelegd met een neerwaartse hellingsfactor van
1/25 tot 1/100.
4 Oefen geen overmatige kracht uit op de aansluiting van de
afvoerleiding. Deze zou hierdoor beschadigd kunnen raken.
5 Sluit de meegeleverde afvoerslang aan op de aansluiting
van de afvoerslang met behulp van pvc-kleefband. Volg de
instructies van de fabrikant van het kleefmiddel voor het
reinigen van het aansluitoppervlak, het aanbrengen van
het kleefmiddel, en het insteken, vastzetten en laten hard
worden van de leiding.