2• UITLEG OVER DE PICTOGRAMMEN - GEBRUIK
TOERENTAL MOTOR
Indicaties voor de instelling van het motortoerental
MAXI : maximaal motortoerental
MINI : motor stationair
STARTEN VAN DE MOTOR
0 : Motor uitgeschakeld, stroomcircuit
onderbroken
I : Stroomcircuit ingeschakeld, voorver-
warrmen motor
Starten van motor
PARKEERREM
=>((P))<= De pijl geeft de richting aan en het te
bedienen element om de parkeerrem te blokkeren
<=((P))=> De pijl geeft de richting aan en het te
bedienen element om de parkeerrem vrij te zetten
BY PASS
1 : Hydraulische transmissie gekoppeld
0 : Hydraulische transmissie ontkoppeld
OPENING / SLUITING VAN DE OPVANGBAK
Hendel naar boven : de bak wordt geopend
Hendel naar beneden : de bak wordt gesloten
DE BAK NAAR BOVEN / BENEDEN DOEN
Hendel naar boven: de bak gaat naar boven
Hendel naar beneden: de bak gaat naar beneden
DIFFERENTIEEL
De pijl geeft de richting van de beweging aan om
het differentieel te blokkeren.
IN BEDRIJF STELLEN VAN MAAISYSTEEM
I :Maaisysteem draait
0 : Maaisysteem staat stil
8
MAAIPOSITIE
Indicatie in mm van de maaipositie
(op harde en vlakke grond)
INSTELLING MAAIHOOGTE
= Maaidek daalt
= Maaidek stijgt
VERMOGENOVERBRENGING VOOR
Hydraulisch circuit vermogenoverbrenging voor -
buiten werking
Hydraulisch circuit vermogenoverbrenging voor -
in werking
HEFSYSTEEM VOOR
Dalen hefsysteem voor
Stijgen hefsysteem voor
HYDRAULISCHE ACCESSOIRE-ARM
Uitduwen van accessoirearm
Intrekken van accessoirearm
HEFFEN VAN OPVANGBAK
Dalen opvangbak
Stijgen opvangbak
OPENEN VAN BAK
Sluiten
Openen
LEGEN VAN BAK
Openen
Sluiten
TOESTEMMINGSSCHAKELAAR «ACHTERUIT
MAAIEN»