Inhoudsopgave
Advertenties
9•1 ONDERHOUD VAN DE MOTOR
9•1•1 CONTROLE VAN HET OLIEPEIL
VOOR ELK GEBRUIK
• Zet de maaimachine op een vlakke ondergrond.
• Open de motorkap door deze naar voren te klappen (afbeelding 11).
• Reinig de omgeving van de opening van de oliepeilstok.
• Trek de oliepeilstok eruit (b afbeelding 24).
• Het olieniveau moet permanent gehandhaafd worden tussen de
niveaus "MINI" en "MAXI" (afbeelding 25).
Vul zo nodig bij met dieselmotorolie 15W40 ref. ETESIA 29591
(Bus 2l).
Het merk "MAXI" niet overschrijden.
9•1•2 MOTOROLIE VERVERSEN
Na de eerste onderhoudsbeurt na 50 uur, dient de olie om de 250 uur
of minstens eenmaal per jaar ververst te worden voor de modellen
H124DN, H124DX en H124DL.
• Laat de motor draaien om de olie op te warmen.
• Zet de machine op een vlakke ondergrond.
• Zet de mobiele bak in ververs-positie in de hoogste stand.
• Vergrendel deze positie met het daarvoor bedoelde blokkeersysteem :
- Door een draaiende beweging de koppelstangen van de onderste
hefarmen losklippen.
- Ze vervolgens vastklippen op de hefstangen (afbeelding 26).
• Stop de motor en haal de contactsleutel eruit. Draag handschoenen.
• Draai de 3 bevestigingsschroeven van het deksel van de verversklep
(a afbeelding 27).
• Plaats een opvangbak onder de klep (b afbeelding 27).
• Draai de aftapdop los en laat de gebruikte olie in de bak onder
machine lopen.
• De aftapdop schoonmaken en weer vastschroeven.
• Open de motorkappen.
• Maak de omgeving van de vulopening schoon om te vermijden dat
verontreinigingen in de motor terechtkomen.
• Vul langzaam met verse motorolie (inhoud: zie technische
gegevens) (afbeeldingen 28a tot 28c). Voor de modellen H124DN,
H124DX en H124DL, beveelt Etesia de olie SHELL Rimula X
15W40 aan.
• Controleer het oliepeil met een peilstok. Het niveau moet het merk
"MAXI" bereiken maar niet passeren.
ATTENTIE !
Wees voorzichtig met het aftappen van hete olie.
Zorg dat u niet de uitlaat, de cilinders of het tuimelaardeksel aanraakt
(brandwonden).
• Controleer de dichtheid van de aftapschroeven en sluit het deksel
van de toegangsklep.
• Breng de gebruikte olie naar een recyclestation.
9•1•3 VERVANGING VAN HET OLIEFILTER
(A AFBEELDING 24)
• Vervang het oliefilter tijdens iedere verversing van de motorolie.
• Voor de plaatsing van een nieuwe filter, de pakking met schone olie
insmeren.
• Draai de filter met de hand aan. Daarna met een 1/2 of 3/4 toer
vastdraaien.
• Start de motor en laat hem draaien.
• Schakel de motor uit en controleer de waterdichtheid. Controleer
het oliepeil en vul eventueel bij.
9• ONDERHOUD
9•1•4 LUCHTFILTER (AFBEELDING 29)
Maak het luchtfilter om de 250 uur schoon en nog vaker wanneer de
maaimachine in bijzonder stofrijke omstandigheden wordt gebruikt.
• Open het deksel (a) weg door de rubberen klemmen los te nemen.
• Neem de hoofdpatroon (b) van het luchtfilter weg.
• Klop de patroon op een vlak oppervlak om het stof te verwijderen.
• Vervang de patroon als die erg vuil is.
• Vervang deze alle 1000 uur of een maal per jaar.
ATTENTIE !
Niet oliën.
9•1•5 DIESELFILTER (C AFBEELDING 12)
• Als uw motor geen vermogen heeft of onregelmatig draait, dan is
de oorzaak misschien een vuil oliefilter. Deze moet dan vervangen
worden.
• Het wordt aanbevolen het filter om de 250 draaiuren te vervangen
of minstens eenmaal per jaar, zelfs als het nog in goede staat lijkt.
• Vervuiling ontstaat door :
- Verontreiniging in de brandstof.
- Externe elementen : stof, gras, water...
- Condenswater.
9•1•6 KOELSYSTEEM
De motor wordt gekoeld door een koelvloeistof. Controleer regelmatig
het vloeistofpeil (afbeelding 30).
• Voor het starten steeds controleren of het rooster van de radiator
niet verstopt wordt door gras of ander afval (a afbeelding 31). Het
rooster zo nodig schoonmaken.
• Maak het rooster van de motorkap regelmatig schoon (b afbeelding
31), bij droog weer, een paar keer per dag.
• Tap de permanente vloeistof om de 1000 uur af, of om de twee jaar,
om de oxidering van de vloeistof te voorkomen.
ATTENTIE !
handschoenen aan.
• Demontering van het beschermingsrooster van de radiateur (afbeelding
32).
- Draai het blokkeermechanisme los (1 afbeelding 32).
- Neem het rooster eraf door het voorover te kantelen en omhoog te
trekken (2 afbeelding 32).
- Reinig het rooster door het zachtjes tegen een harde ondergrond te
tikken of met behulp van een balg of eventueel een borstel.
OPMERKING :
-mechanisme en de radiateurplaat moet regelmatig worden ingevet.
ATTENTIE GEVAAR !
rond de uitlaat weg.
Begin niet aan ingrijpende reparaties als u niet het juiste gereedschap
hebt of een grondige kennis bezit van interne verbrandingsmotoren.
9•2 ONDERHOUD VAN DE TRANSMISSIE
VÓÓR
• Voor alle werkzaamheden aan het transmissiesysteem, de motor
afzetten en de contactsleutel eruit trekken. Schakel de elektrische
voeding uit met behulp van de circuitonderbreker. Schakel de
handrem in.
• Controleer voor elke maaibeurt het oliepeil in de hydraulische tank
onder de centrale motorkap.
• Voor elk gebruik eerste de goede werking van de voortbewegingpe-
dalen controleren. De pedalen moeten in neutrale (uitgang-)stand
terug men als ze worden losgelaten.
Was het papier niet met een solvent of benzin.
Als de motor gedraaid heeft is het rooster heet, trek
Het contactoppervlak tussen het blokkeer-
Haal regelmatig gras en brandbaar vuil
25
Advertenties
Inhoudsopgave
