4
Foutmeldingen
12
4.1
Foutmeldingen van de printer
Informatie over de oorzaken en de behandeling van de printerspecifieke fouten (papier op, folie op enz.) zijn te
vinden in de Gebruiksaanwijzing van de printer.
Behandeling storingen :
Oorzaken van fouten en hun gevolgen, zoals niet-aangebrachte etiketten, oplossen
Toets feed indrukken om de papierloop opnieuw te synchroniseren. Verdeelde lege etiketten met de hand
wegnemen.
Bij het verlaten van de storingtoestand de knop pauze indrukken.
Na het oplossen van de foutmelding wordt het etiket waarbij de fout was opgetreden, opnieuw geprint.
4.2
Foutmeldingen van de applicator
De volgende tabel bevat een overzicht van de foutaanduidingen die specifiek zijn voor de etiketteerder, hun oorzaken
en de methodes om de fouten op te lossen :
Foutmelding
Etiket niet weg
Fout bovenpos.
Fout onderpos.
Fout Reflexsensor
Host stopcomm.
Luchtdruk te laag
Vacuumplaat leeg
Tabel 2
Foutmeldingen van de applicator
Behandeling storingen :
Gevolgen van fout oplossen.
Bij het verlaten van de storingtoestand de knop pauze indrukken.
Opgepast!
!
Na het oplossen en verwijderen van een fout gaat de applicator naar de basispositie.
Gevaar op letsels door plotse hefbeweging. Het gedeelte van de cilindercomponent vermijden!
Het is niet mogelijk een etiket waarbij een fout optrad opnieuw te printen zonder nieuwe printopdracht.
Uitgezonderd daarvan wordt de fout "Vacuumplaat leeg". In dit geval wordt het laatste etiket na het verwijderen van de
fout met de knop pauze en het bedienen van de enterknop
In de modus "Appliceren / printen" voor opname van het cyclische bedrijf signaal "Druk eerste etiket" versturen of
op de enterknop
Oorzaak
Etiket werd niet op het goed aangebracht en bevindt zich nog op de stempel als de cilinder
terug beweegt
Stempel bij het inschakelen van de printer niet in de basispositie.
Stempel heeft de basispositie 2s na het begin van de terugbeweging van de cilinder niet
bereikt;
Stempel heeft de basispositie zonder toelating verlaten
Stempel heeft de etiketteerpositie 2s na het begin van de cilinderbeweging niet bereikt
Aan de sensor ter controle van de basispositie heeft er geen piekwissel plaatsgevonden van
de start van het etiketteerproces tot de melding van de slagsensor.
Etiketteerproces werd via de I/O-ingang van de printer onderbroken met het signaal XSTP
Druklucht niet dichtgeschakeld
Niet voldoende druk < 4 bar
Teveel druk > 6 bar
Etiket werd niet correct op de stempel aangebracht of is voordat het op het goed werd
aangebracht van de stempel gevallen
drukken om een bedrukt etiket op de stempel te brengen.
opnieuw afgedrukt.
12