Wanneer Con@ctivity is geactiveerd,
werkt de dampkap altijd in de automa-
tische functie (zie hoofdstuk:
'Con@ctivity instellen').
Zie hoofdstuk 'Koken zonder Con@cti-
vity-functie' als u de dampkap hand-
matig wenst te bedienen.
Koken met de Con@ctivity-
functie (Automatische bedie-
ning)
Schakel een kookvlak in op een wille-
keurige stand.
De kookplaatverlichting wordt inge-
schakeld.
Na een paar seconden gaat de afzui-
ging aan; eerst kort op stand 2, daarna
direct op stand 1.
Tijdens het kookproces kiest de damp-
kap automatisch het juiste afzuigvermo-
gen.
Dit is gebaseerd op het totale vermogen
dat op dat moment voor het kookvlak is
ingeschakeld, te weten het aantal inge-
schakelde kookzones en de ingescha-
kelde kookstanden.
Wanneer u bij het kookvlak een ho-
gere kookstand inschakelt of wanneer
u verschillende kookzones inschakelt,
kiest de dampkap een hogere vermo-
gensstand.
Wanneer u bij het kookvlak een lagere
kookstand inschakelt of wanneer u
één of meer kookzones uitschakelt,
kiest de dampkap een lagere vermo-
gensstand.
Bediening (automatische werking)
Voorbeelden voor de vermogensstanden 1
tot en met B
Reactietijd
De dampkap reageert met vertraging.
Een wijziging in de vermogensstand van
het kookvlak hoeft namelijk niet meteen
tot meer of minder dampontwikkeling te
leiden.
De vertraging is ook toe te schrijven aan
het feit dat het kookvlak de informatie
met tussenpozen naar de dampkap ver-
zendt.
De reactie van de dampkap volgt na en-
kele seconden of enkele minuten.
27