Menu voor de functies
F 1 (Totale stilstand) : ingang N.C.: met deze functie stopt het hek helemaal, waardoor ook de eventuele automatische sluitcyclus
wordt uitgeschakeld; om het hek weer aan te zetten, gebruikt u de knop of de zender. Zet het beveiligingsmechanisme op [1-2];
indien niet gebruikt, selecteert u "0"
0 = Uitgeschakeld;
1 = Ingeschakeld (default).
i
F
ENTER
ENTER
F 2 (Ingang CX) : ingang beveiligingscontact N.C. waaraan de volgende functies kunnen worden toegewezen: C1 (weer openen
tijdens sluiten),
C2 (weer sluiten tijdens openen), C3 (halverwege stoppen), C4 (wacht wegens obstakel), C7 (weer openen tijdens sluiten voor
veiligheidsranden),
C8 (weer sluiten tijdens openen voor veiligheidsranden) of schakel uit (zie beveiligingen en elektrische aansluitingen).
0 = Uitgeschakeld (default); 1 = C1; 2 = C2; 3 = C3; 4 = C4; 7 = C7; 8 = C8.
F
i
ENTER
>
F 3 (Ingang CY) : ingang beveiligingscontact N.C. waaraan de volgende functies kunnen worden toegewezen: C1 (weer openen
tijdens sluiten),
C2 (weer sluiten tijdens openen), C3 (halverwege stoppen), C4 (wacht wegens obstakel), C7 (weer openen tijdens sluiten voor
veiligheidsranden),
C8 (weer sluiten tijdens openen voor veiligheidsranden) of schakel uit (zie beveiligingen en elektrische aansluitingen).
0 = Uitgeschakeld (default); 1 = C1; 2 = C2; 3 = C3; 4 = C4; 7 = C7; 8 = C8.
F
i
ENTER
>...>
F 5 (Beveiligingentest) : de printkaart controleert of de beveiligingen (fotocellen) werken telkens als een commando tot openen of
sluiten wordt gegeven.
0 = Uitgeschakeld (default); 1 = CX; 2 = CY; 3 = CX+CY
i
F
ENTER
>...>
F 6 (Ingeduwde knop) : het hek werkt als de knop ingedrukt wordt gehouden (een knop [2-3] voor het openen en een knop [2-4]
voor het sluiten). Schakelt alle andere bedieningen uit, inclusief de afstandbediening.
0 = Uitgeschakeld (default); 1 = Ingeschakeld.
F
i
ENTER
>...>
0
>
F
2
ENTER
>
F
3
ENTER
>
0
F
5
ENTER
F
6
0
ENTER
i
>
0
i
>
8
>
0
i
>
8
>
i
>
>
i
>
2
>
>
7
4
>
2
>
>
7
4
>
2
>
>
3
>
3
>
3
>