7 Elektrische aansluiting
► Installatie spanningsvrij schakelen. Schakel indien nodig tevens onafhankelijk
gevoede relais-belastingkringen uit.
De nominale spanning bedraagt 24 V DC. Deze spanning mag tussen
19,2 V en 28,8 V schommelen.
De voedingsspanning mag bij een enkele fout niet hoger zijn dan de
maximumwaarde van 28,8 V DC. Daarom is een veilige scheiding van
voeding en transformator vereist.
Om de functionele betrouwbaarheid te garanderen moet bij gebruik van een
netvoeding met diodebruggen een uitgangscapaciteit van minstens 2000 µF
/ A zijn gewaarborgd.
► De apparaten aansluiten volgens onderstaande tabellen:
7.1 Aansluitschema zender
PIN layout
PIN
2
1
5
3
4
Informatie over beschikbare kabeldozen / -stekkers onder:
www.ifm.com → Producten → Accessoires
Via Range 0 en Range 1 wordt de te gebruiken breedte van het beschermde
gebied (bereik) geconfigureerd.
Configuratie breedte beschermde gebied (bereik)
Range 0
24 V
0 V
0 V
24 V
20
Naam
1
L+ (24 V DC)
2
Range 0
3
L- (0 V DC)
4
Range 1
5
FE
Range 1
0 V
24 V
0 V
24 V
Type
Beschrijving
Bedrijfsspanning
Configuratie breedte beschermde
gebied
Ingang
Bedrijfsspanning
Configuratie breedte beschermde
gebied
Functionele aarding
Beschrijving
Selectie bereik Laag (0...10 m)
Selectie bereik Hoog (3...20 m)
Zender in testfunctie (→ 8.4 Testfunctie)
Geen werking, configuratiefout