1 Inleiding De gebruiksaanwijzing is bestanddeel van het apparaat. Zij is bedoeld voor deskundige personen zoals bedoeld in de EMC-richtlijn, laagspanningsrichtlijn en veiligheidsvoorschriften.De gebruiksaanwijzing bevat aanwijzingen voor het correcte gebruik van het product.Lees voor het gebruik deze gebruiksaanwijzing door om vertrouwd te raken met de toepassingsvoorwaarden, de installatie en het bedrijf.
2 Veiligheidsaanwijzingen • Volg de informatie in de gebruiksaanwijzing op. • Wanneer de instructies of normen niet in acht worden genomen, met name bij ingrepen in en/of veranderingen aan het apparaat, is elke aansprakelijkheid en garantie uitgesloten. • Het apparaat mag uitsluitend door een elektromonteur die geschoold is in de veiligheidstechniek worden gemonteerd, aangesloten en in bedrijf gesteld.
► Neem bij toepassingen in de voedingsmiddelenindustrie contact op met uw ifm-filiaal om te controleren of de materialen van de optische veiligheidssensoren verenigbaar zijn met de gebruikte chemicaliën. ► Houd bij alle extern op het systeem aangesloten veiligheidsstroomkringen het ruststroomprincipe aan.
M5 schroefdraad en bijbehorende moeren • 1 gebruiksaanwijzing optische veiligheidssensoren, zaaknummer 704698. Als een van de genoemde bestanddelen niet aanwezig is of beschadigd is, neem dan contact op met een van de ifm-filialen. 4 Gebruik volgens de voorschriften Zender (T) Ontvanger (R) P = beschermde gebied;...
5 Werking Het beschermde gebied (P) ontstaat tussen zender en ontvanger en is gedefinieerd door de hoogte van het beschermde gebied (H) en de breedte van het beschermde gebied (bereik) (I). De hoogte van het beschermde gebied is de hoogte die door het veiligheidslichtscherm / inloopbeveiliging wordt beschermd.
6 Montage 6.1 Montageaanwijzingen Vóór montage van de optische veiligheidssensoren moet ervoor worden gezorgd dat aan de volgende voorwaarden is voldaan: • De beschermingsgraad van de contactloos werkende veiligheidsinrichting moet in overeenstemming zijn met de te bewaken machine. • Het veiligheidssystemen is bedoeld om een veiligheidsfunctie te waarborgen en is niet vereist voor de werking van een machine.
Goede montage Verkeerde montage 6.2 Berekening van de minimale veiligheidsafstand Tussen de optische veiligheidssensor en de gevaarlijke plaats moet een minimale veiligheidsafstand worden aangehouden. Deze afstand moet ervoor zorgen dat de gevaarlijke plaats pas na beëindiging van de gevaarlijke toestand van de machine kan worden bereikt.
Pagina 11
► De optische veiligheidssensor moet worden gemonteerd op een afstand die groter dan of gelijk aan de minimale veiligheidsafstand (S) is, zodat de gevarenzone (A) pas na volledige stilstand van de gevaarlijke machinebeweging kan worden bereikt. Volgens de Europese norm EN 999:2008 moet voor de berekening van de minimale veiligheidsafstand (S) de volgende formule worden gebruikt: S = K (t1 + t2) + C...
6.3 Verticale montage van de veiligheidslichtschermen / inloopbeveiligingen 6.3.1 Veiligheidslichtschermen resoluties 20 mm, 30 mm en 40 mm Deze uitvoeringen zijn geschikt voor de toegangsbeveiliging van handen (handbescherming). Ze mogen niet als vingerbescherming worden gebruikt! De minimale veiligheidsafstand (S) wordt aan de hand van de volgende formule bepaald: S = 2000 (t ) + 8 (d - 14)
6.3.2 Veiligheidslichtschermen resoluties 50 mm en 90 mm, inloopbeveiliging 2, 3 en 4 stralen Deze uitvoeringen zijn geschikt voor de toegangsbeveiliging van lichaam of lichaamsdelen. Ze mogen niet worden gebruikt als vinger- of handbescherming! De minimale veiligheidsafstand (S) wordt aan de hand van de volgende formule bepaald: S = 1600 (t ) + 850...
6.4 Horizontale montage van de veiligheidslichtschermen Deze uitvoeringen zijn geschikt voor de gevarenzonebeveiliging van lichaam of lichaamsdelen. Bij de horizontale montage moet ervoor worden gezorgd dat de afstand tussen uiterste grens van de gevarenzone (A) en de buitenste lichtstraal van de veiligheidslichtschermen groter dan of gelijk aan de minimale veiligheidsafstand (S) is.
► Zender en ontvanger met behulp van het meegeleverde bevestigingsmateriaal zo monteren dat ze exact tegenover elkaar staan. ► Zender en ontvanger zo uitlijnen dat ze zich op één hoogte evenwijdig aan elkaar bevinden en de stekkers in dezelfde richting wijzen. Als in uw toepassing rekening moet worden gehouden met trillingen, wordt geadviseerd trillingsdempers te gebruiken (als accessoire verkrijgbaar).
6.6 Afstand van reflecterende oppervlakken Reflecterende oppervlakken in de buurt van de optische veiligheidssensoren kunnen de veiligheidsfunctie van het systeem ongedaan maken. De minimumafstand (D) wordt bepaald door de breedte van het beschermde gebied (I) met inachtneming van de projectie- en ontvangsthoek. De minimumafstand (D) tussen reflecterende oppervlakken en het beschermde gebied (P) moet worden aangehouden.
6.7 Meervoudige systemen Het gebruik van meerdere veiligheidslichtschermen / inloopbeveiligingen kan tot storingen in de werking leiden en de beschermingsfunctie buiten werking stellen. De veiligheidslichtschermen / inloopbeveiligingen moeten daarom zo worden gemonteerd dat de door de zender van een systeem uitgezonden straal alleen door zijn bijbehorende ontvanger kan worden gedetecteerd.
6.8 Gebruik van afbuigspiegels Voor de bescherming en bewaking van gevarenzones met toegang aan meerdere kanten kunnen een of meer afbuigspiegels worden gebruikt (als accessoire verkrijgbaar). Met behulp van afbuigspiegels kan de van de zender uitgaande lichtstraal via meerdere toegangszijden worden geleid. ►...
Range 1 Configuratie breedte beschermde gebied Functionele aarding Informatie over beschikbare kabeldozen / -stekkers onder: www.ifm.com → Producten → Accessoires Via Range 0 en Range 1 wordt de te gebruiken breedte van het beschermde gebied (bereik) geconfigureerd. Configuratie breedte beschermde gebied (bereik) Range 0...
0 V DC – Bedrijfsspanning 0 V DC – Functionele aarding Informatie over beschikbare kabeldozen / -stekkers onder: www.ifm.com → Producten → Accessoires Aanwijzing: de aansluitkabels van de optische veiligheidssensoren gescheiden van storingsbronnen zoals sterkstroomleidingen leggen. ► Zender en ontvanger aansluiten op functionele aarding.
8 Bedrijfsmodi De verschillende bedrijfsmodi van de veiligheidslichtschermen / inloopbeveiligingen van de serie OY kunnen via overeenkomstige aansluitingen op de 8-polige stekker van de ontvanger worden ingesteld. Bedrijfsmodi Aansluitingen PIN 4 PIN 5 PIN 6 Automatisch K1_K2 / Restart SEL_A SEL_B L + L Aansluiting op:...
8.1 Automatische werking Als de veiligheidslichtschermen / inloopbeveiligingen in de automatische modus worden gebruikt, is geen bewaakte start mogelijk. De veiligheidslichtschermen / inloopbeveiligingen gaan bij een vrij beschermde gebied automatisch weer in werking, de uitgangen (OSSD’s) worden vrijgegeven. Controleer of dit te verenigen is met de risicoanalyse van uw installatie. In de automatische modus volgen de uitgangen OSSD1 en OSSD2 de status van de veiligheidslichtschermen / inloopbeveiligingen: Beschermingsveld vrij...
8.3 Aansluiting externe relais In de automatische en handmatige bedrijfsmodus kunnen ook externe relaiscontacten worden opgenomen. Hiervoor moeten de relaiscontacten tussen de voedingsspanning en PIN 4 van de ontvanger in serie worden geschakeld (→ 8 Bedrijfsmodi / tabel, afb. B). Bij de handmatige functie bovendien een startknop in serie schakelen (→ 8 Bedrijfsmodi / tabel, afb.
9.1 LED-toestanden De blauwe LED brandt bij zwak signaal (→ 6.5.1 Optische uitlijning). Zender Ontvanger Betekenis rood groen oranje rood groen geel blauw Inschakelen van het systeem, ingangstest Fout (→ 13 Foutoplossing) Testvoorwaarde Normale bedrijfsvoorwaarde Beschermingsveld onderbroken, uitgangen gedeactiveerd Beschermingsveld vrij, uitgangen gedeactiveerd wacht op restart Beschermingsveld vrij, uitgangen geactiveerd *) De groene LED knippert bij het inschakelen van het systeem 2x, wanneer het apparaat...
10.1.1 De veilige toestand De veilige toestand is de uitgeschakelde toestand (stroomloze toestand: Logisch "0") van minstens een van de uitgangen (OSSD's). Als een van de uitgangen is uitgeschakeld, moet de nageschakelde, op de veiligheid gerelateerde logica-eenheid het gehele systeem in de als veilig gedefinieerde toestand brengen.
Voor de werkingscontrole moet een testobject overeenkomstig de resolutie van de veiligheidslichtschermen worden gebruikt. Informatie over beschikbare teststaven onder: www.ifm.com → Producten → Accessoires. ► Testobject in de beschermde zone brengen en licht van boven naar beneden bewegen. Eerst in het midden en dan in de buurt van de zender en de ontvanger.
12.1.4 Veiligheidslichtschermen 50 mm resolutie Totale lengte L [mm] 363 1113 1263 1413 1563 Hoogte beschermde gebied [mm] 310 1060 1210 1360 1510 Reactietijd [ms] Veiligheidstechnische betrouwbaarheid PFH [1/h] Duur testpuls t [µs] Testpuls-interval T [ms] Verhouding t 12.1.5 Veiligheidslichtschermen 90 mm resolutie Totale lengte L [mm] 1113...
12.1.6 Inloopbeveiligingen 2, 3 en 4 stralen OY120S OY121S OY122S Aantal stralen Totale lengte L [mm] 1053 Hoogte beschermde gebied [mm] Reactietijd [ms] Veiligheidstechnische betrouwbaarheid PFH [1/h] Duur testpuls t [µs] Testpuls-interval T [ms] Verhouding t 13 Foutoplossing De LED’s van de zender en ontvanger geven foutieve bedrijfstoestanden aan (→ 9 Bedienings- en weergave-elementen).
5 op elkaar Fout Aansluitingen controleren.Als het volgende impulsen OSSD-uitgangen defect blijft bestaan, het apparaat voor reparatie naar een ifm-filiaal sturen. rood 6 / 7 op elkaar Interne fout Het apparaat voor reparatie naar een volgende impulsen ifm-filiaal sturen.
14 Onderhoud, reparatie en afvoer • Onderhoud de aanrakingsvrije beveiligingsinrichting volgens de geldende nationale voorschriften binnen de vereiste termijnen. De controles moeten worden uitgevoerd door vakbekwame personen. • Geadviseerd wordt de optiekvenster van de zender en de ontvanger regelmatig te reinigen. •...
SIL 1-4 conform IEC 61508. Hoe hoger de SIL, hoe geringer de waarschijnlijkheid van het falen van de veiligheidsfunctie. Safety Integrity Level Maximaal haalbaar claim limit veiligheidsintegriteitsniveau (conform IEC 62061) Mission Time Levensduur Technische gegevens en meer informatie op www.ifm.com...
16 Bijlage 16.1 Checklist Deze checklist is bedoeld als hulpmiddel voor de inbedrijfstelling van de veiligheidslichtschermen / inloopbeveiligingen. De gegevens van de checklist moeten minstens aanwezig zijn, maar afhankelijk van de toepassing en de aangevoerde richtlijnen / normen. 1. Hebben de geldige richtlijnen / normen voor de veiligheid van machines dienovereenkomstig als uitgangspunt gediend? 2.