1 Inleiding 1.1 Gebruikte symbolen ► Instructie voor het uitvoeren van een handeling > Reactie, resultaat […] Aanduiding van toetsen, knoppen of indicaties → Verwijzing Belangrijke aanwijzing Als deze aanwijzingen niet in acht worden genomen, worden functies mogelijk niet goed uitgevoerd of ontstaan er storingen� Informatie Aanvullende aanwijzing�...
WAARSCHUWING Zichtbaar laserlicht; Laserklasse 2� Het gebruik van andere bedieningsvoorzieningen of -instellingen kan resulteren in een gevaarlijke blootstelling aan straling� Beschadiging van het netvlies is mogelijk� ► Niet in de laserstraal kijken! ► De meegeleverde sticker (waarschuwingsinstructies laser) in de directe omgeving van het apparaat aanbrengen�...
• De meetwaarde wordt weergegeven in een 10-segments-display� • 2 uitgangssignalen (overeenkomstig de ingestelde uitgangsfunctie)� • O1D100 / O1D120: Certificering 21 CFR Part 1040 De afstand tussen sensor en achtergrond moet worden beperkt tot max� 19 m� Anders kunnen de meetwaarden verschillend worden geïnterpreteerd�...
Ingangssignaal bij pin 5 Laser High 5 Montage 5.1 Montagevoorwaarden ► Apparaat dusdanig monteren dat het te detecteren object zich in het meetbereik van 0,2���10 m bevindt� Het eenduidige bereik van de sensor is vastgelegd op 19,2 m� Objecten die zich in het bereik >...
► Houdt u zich aan de nationale en internationale voorschriften voor het opzetten van elektrotechnische installaties� AN_i_1707_G Original Scale Drawing (MTD) ► Voeding conform EN 50178, SELV, PELV garanderen� O1D100 / O1D120: cULus, Supply Class 2 ► Installatie spanningsvrij schakelen� ► Apparaat als volgt aansluiten:...
6.1 Gebruik met IO-Link-master Het apparaat is compatibel met IO-Link-masterpoort-klasse A (type A)� Bij gebruik met IO-Link-masterpoort-klasse B (type B) het volgende in acht nemen: Het apparaat is standaard niet compatibel met masterpoort-klasse B (type B)� Pin 2 (OU2) en pin 5 (IN1) worden gebruikt voor fabrikantspecifieke functies�...
7 Bedienings- en weergave-elementen 1: 4 x led groen Brandende led = voeding en ingestelde weergave-eenheid (mm, m, inch) 2: 4 x led geel Weergave van de schakeltoestand; brandt wanneer de (twee niet bezet) betreffende uitgang doorgeschakeld is� 3: Alfanumerieke Weergave van de gemeten afstand, de parameters en de weergave met 4 parameterwaarden�...
8.2 Menu-uitleg De fabrieksinstellingen bevinden zich aan het einde van de handleiding (→ 14 Fabrieksinstelling)� Configuratie voor uitgang 1 Er kunnen 4 schakelfuncties worden ingesteld: [Hno], [Hnc], [Fno], [Fnc] → 10.2.3 OUT1 configureren Schakelpunt voor hysteresefunctie OUT1 Grenswaarde waarbij de uitgang in de hysteresefunctie zijn schakeltoestand verandert (object dichterbij/verder weg dan ingestelde afstand)�...
Analoog eindpunt Meetwaarde, waarbij 20 mA / 10 V wordt uitgevoerd� [AEP] is alleen actief wanneer [OU2] = [I] of [U]� → 10.2.11 Meetbereik (analoge uitgang) verschalen Teach-modus Voorselectie “Uitvoersnelheid” of “Reproduceerbaarheid” → 10.3 Teach-modus Uitgebreide functies Door op [SET] te drukken, wordt het submenu “Uitgebreide functies” geopend →...
Weergave van het software-versienummer → 10.4.4 Software versienummer weergeven 9 Bedrijfsmodi 9.1 Runmodus De runmodus komt overeen met de normale bedrijfsmodus� Na het inschakelen van de voedingsspanning bevindt het apparaat zich in de runmodus� Het voert zijn bewakingsfunctie uit en genereert uitgangssignalen op basis van de ingestelde parameters�...
10 Parametrering Het apparaat blijft tijdens de parametrering intern in de bedrijfsmodus� Het voert zijn bewakingsfuncties met de bestaande parameters verder uit tot de verandering is afgesloten� 10.1 Parametrering algemeen 10.1.1 Instellen van een parameterwaarde Weergave-eenheid [Uni] instellen, voordat de waarden voor de parameters worden vastgelegd�...
Parametrering beëindigen ► 15 sec wachten of [MODE/ENTER] indrukken� > De actuele meetwaarde verschijnt� 10.1.2 Wissel van menuniveau 1 naar menuniveau 2 ► [MODE/ENTER] zo vaak indrukken, tot [EF] weergegeven wordt. MODE ENTER ► Kort op [SET] drukken� > De eerste parameter van het submenu wordt weergegeven (hier: [dr1])�...
Timeout Wordt tijdens het instelproces 15 sec lang op geen enkele toets gedrukt, dan schakelt het apparaat met onveranderde waarden weer terug naar de runmodus� 10.2 Parametrering basisinstellingen 10.2.1 Weergave-eenheid kiezen [Uni] instellen, voordat de waarden voor de parameters [SPx], [nSPx], [FSPx], [ASP], [AEP] worden vastgelegd�...
10.2.4 Hysteresefunctie De hysterese houdt de schakeltoestand van de uitgang stabiel, wanneer de meetwaarde rond de schakelafstand schommelt� Het in- en het terugschakelpunt zijn in beide gevallen symmetrisch om het gekozen schakelpunt [Spx] ingedeeld� De afstand tussen het in- en terugschakelpunt is de hysterese; deze wordt berekend uit de reproduceerbaarheid met een veiligheidsfactor van 1,5�...
Schakeltoestand van de uitgangen Uitgangsfunctie Objectafstand (D) Schakeltoestand [Hno] D < [SPx] gesloten D > [SPx] geopend [Hnc] D < [SPx] geopend D > [SPx] gesloten Voorbeeld voor uitgangsfunctie [Hno] Meetfrequentie 50 Hz, afstand tot het object 1200 mm, grijswaarde (18 % remissie): Hysterese = ±...
Schakelt wanneer het object wordt herkend [nSPx] [FSPx] [Fno] [nSPx] = Schakelpunt "dichtbij"; [FSPx] = Schakelpunt "ver weg"; FE = venster Beweegt de meetwaarde zich tussen schakelpunt “dichtbij” [nSPx] en schakelpunt “ver weg” [FSPx], dan is de uitgang gesloten (wanneer [OUx] = [Fno])� Schakeltoestand van de uitgangen Uitgangsfunctie Objectafstand (D)
Pagina 22
Stroomuitgang 4...20 mA Fabrieksinstelling Meetbereik geschaald I [mA] I [mA] 0(ASP) 10000(AEP) MEW = eindwaarde meetbereik In het ingestelde meetbereik ligt het uitgangssignaal tussen 4 en 20 mA� Verder worden storingen gesignaleerd: Te veel licht of object te dichtbij: 3,5 mA bij stijgende flank ([ASP] < [AEP]), 20,5 mA bij dalende flank ([ASP] >...
In het ingestelde meetbereik ligt het uitgangssignaal tussen 0 en 10 V� 10.3 Teach-modus 10.3.1 Meetfrequentie instellen De meetfrequentie geeft de tijdsduur aan waarna uiteindelijk een nieuw meetresultaat beschikbaar is en de uitgangen geactualiseerd worden�De schakelfrequentie bedraagt gewoonlijk ca� 1/3 van de meetfrequentie� ►...
10.4 Uitgebreide functies 10.4.1 Vertragingstijd voor schakeluitgangen instellen ► [EF] kiezen� ► [SET] indrukken om over te schakelen naar het menu [EF]� ► Met [MODE/ENTER] parameter kiezen: [dSx] = Inschakelvertraging; [drx] = Uitschakelvertraging ► Met [SET] parameterwaarde instellen: Instelbereik [s]: 0 / 0,1���5 s in stappen van 0,1 s (0 = vertragingstijd is niet actief) ►...
USB-adapterkabel� Meer informatie over IO-Link vindt u op www�ifm�com� 11.2 Apparaatspecifieke informatie De IODD's die voor de configuratie van het IO-Link-apparaat nodig zijn, evenals gedetailleerde informatie over sensorwaarden, diagnose-informatie en parameters vindt u in tabellenoverzicht onder www�ifm�com�...
12 Inbedrijfstelling/Gebruik ► Na montage, elektrische aansluiting en programmering controleren of het apparaat op betrouwbare wijze functioneert� > Bij correcte inbedrijfstelling wordt de afstand tot het object getoond� Levensduur van een laserdiode: 50�000 uur 12.1 Foutindicaties Stroomuitgang / Schakeluitgang Spanningsuitgang Mogelijke oorzaak [ASP] <...