4
Pas de crossover aan volgens uw voorkeur.
Grensfrequentie selecteren
Raak [ ] of [ ] onder FREQ. aan en selecteer vervolgens
de grensfrequentie (crossover-punt).
De aanpasbare bandbreedte verschilt afhankelijk van de
luidspreker (kanaal).
2.2ch-systeem (3WAY)
Instelmogelijkheden:
LOW / MID-L 20 Hz~200 Hz
MID-H
20 Hz~20 kHz
HIGH
(1 kHz~20 kHz)
1
*
Raadpleeg "De responscurve voor de hogetonenluidspreker instellen
(TW SETUP)" (pagina 51) wanneer Maker's is geselecteerd.
2
*
Raadpleeg "De responscurve voor de hogetonenluidspreker instellen
(TW SETUP)" (pagina 51) wanneer User's is geselecteerd.
Het niveau aanpassen
Raak [ ] of [ ] onder LEVEL aan en pas vervolgens het
HPF- of LPF-niveau aan.
Aanpasbaar uitvoerniveau: –12 tot 0 dB.
Curve aanpassen
Raak [ ] of [ ] onder SLOPE aan en pas vervolgens het
HPF- of LPF-niveau aan.
Aanpasbare curve: FLAT
*
–24 dB/oct.
* FLAT kan enkel voor de hoge curve worden ingesteld wanneer User's
geselecteerd is in "De responscurve voor de hogetonenluidspreker
instellen (TW SETUP)" (pagina 51). Afhankelijk van de
responskenmerken van de luidspreker, dient u op te letten bij het
instellen van de responscurve op FLAT, want dit kan schade aan de
luidspreker veroorzaken. Bij dit toestel wordt een boodschap
weergegeven wanneer de responscurve voor de hogetonenluidspreker
op FLAT is ingesteld.
5
Herhaal stappen 3 tot 4 om aanpassingen aan de
andere banden door te voeren.
• Bij het aanpassen van X-OVER dient u rekening te houden met de
frequentierespons van de aangesloten luidsprekers.
• U kunt de systeemmodus omschakelen met de schakelaar 2.2ch
(3WAY)/4.2ch (FRONT/REAR/SUBW.) op de PXA-H100. Meer
informatie kunt u vinden in de gebruiksaanwijzing van de
PXA-H100.
Instellingen opslaan in het geheugen
Aanpassingen en instellingen voor X-OVER, T.CORR en P/G-EQ
kunnen opgeslagen worden.
Het hangt af van de audioprocessor die u gebruikt welke inhoud kan
worden opgeslagen.
1
Controleer of de Defeat-modus uitgeschakeld is.
2
Raak [MEMORY] aan op het scherm met de
A.PROCESSOR-lijst.
3
Raak binnen de 5 seconden een van de
preselectieknoppen [P.SET 1] tot [P.SET 6] aan op
het scherm met de A.PROCESSOR-lijst.
De instellingsinhoud wordt opgeslagen.
• De opgeslagen inhoud zal niet gewist worden, zelfs als stroomkabel
van de batterij losgemaakt wordt.
• Deze handeling kan niet uitgevoerd worden wanneer een typische
equalizerinstelling (bv. pops) geselecteerd is in
"Voorgeprogrammeerde equalizer-instellingen (F-EQ)" (pagina 50).
1
*
/(20 Hz~20 kHz)
*
, –6 dB/oct., –12 dB/oct., –18 dB/oct.,
Het preselectiegeheugen oproepen
1
Controleer of de Defeat-modus uitgeschakeld is.
2
Raak een van de preselectieknoppen [P.SET 1] tot
[P.SET 6] aan uit de A.PROCESSOR-lijst om het
preselectiegeheugen te selecteren.
• Het duurt enkele ogenblikken om het preselectiegeheugen op te
roepen.
2
De subwoofer instellen
1
Raak [SETUP] aan op het bronscherm.
Het SETUP-selectiescherm wordt weergegeven.
2
Raak [AUDIO SETUP] aan.
Het AUDIO SETUP-scherm wordt weergegeven.
3
Raak [ ] of [ ] onder SUBWOOFER aan om de
subwoofer op ON/OFF in te stellen.
4
Raak [
] onder SUBWOOFER aan nadat u hem op
ON ingesteld hebt.
Het scherm SUBWOOFER SETUP wordt weergegeven.
Instelitems:
LEVEL / PHASE / SYSTEM / CHANNEL
Het subwoofer-niveau aanpassen
Raak [ ] of [ ] onder LEVEL aan om de SUBWOOFER-
uitvoer te regelen.
Instelbereik: 0 tot 15
Het subwoofer-systeem instellen
Wanneer de subwoofer is ingeschakeld, kunt u System 1 of System 2
kiezen voor het gewenste subwoofer-effect.
Raak [ ] of [ ] onder SYSTEM aan om SYSTEM 1 of
SYSTEM 2 te selecteren.
SYSTEM 1 : Het niveau van de subwoofer wijzigt
overeenkomstig met de volume-instellingen.
SYSTEM 2 : Het niveau van de subwoofer wijzigt niet
overeenkomstig met de volume-instellingen.
Bijvoorbeeld: zelfs bij een laag volume is de
subwoofer nog steeds hoorbaar.
De fase van de subwoofer instellen
Raak [ ] of [ ] onder PHASE aan om 0° of 180° te
selecteren
De uitvoerfase van de subwoofer kunt u instellen op SUBWOOFER
NORMAL (0°) of SUBWOOFER REVERSE (180°).
Het subwooferkanaal instellen
U kunt de uitvoer van de subwoofer instellen op stereo of mono. Zorg
ervoor dat u de correcte uitvoer kiest voor uw type subwoofer.
Raak [ ] of [ ] onder CHANNEL aan om STEREO of
MONO te selecteren.
STEREO: Subwoofer stereo-uitvoer (L/R)
MONO:
Subwoofer mono-uitvoer
53
-NL