Instructiehandleiding
D102005X0NL
Het druksignaal vanaf de sensor wordt doorgeleid naar een eenvoudig inwendig controlecircuit. Met behulp van deze techniek
wordt de prestatie van de omvormer door de combinatie van sensor en circuit bepaald. Wijzigingen in de uitgaande belasting
(lekken), variaties in de toevoerdruk en zelfs componentslijtage worden geregistreerd en gecorrigeerd door de
sensor/circuitcombinatie. Met deze elektronische feedback zijn zeer precieze dynamische prestaties mogelijk en worden
wijzigingen in het uitgevoerde signaal als gevolg van trillingen direct gecompenseerd.
N.B.
Omdat de omvormer van nature elektronisch is, fungeert hij in de stroomkring niet goed als eenvoudige weerstand in serie met
een inductor. Hij kan beter beschouwd worden als 50-ohm weerstand in serie met een spanningsval van 6,0 V en verwaarloosbare
inductantie.
Dit is belangrijk bij de berekening van de kringweerstand. Wanneer de omvormer in serie wordt gebruikt met een
microprocessor-transmitter, zorgt de niet-inductieve aard van de omvormer er voor dat digitale signalen onvertekend
worden doorgegeven.
Magnetische actuator
Het elektronisch circuit regelt de hoeveelheid stroom die door de actuatorspoel (in de piloot/actuatorconstructie) loopt. Het
elektronisch circuit zorgt voor een verandering in de spoelstroom wanneer het een verschil constateert tussen de door de sensor
gemeten druk en de door het ingangssignaal vereiste druk.
De actuator zet de elektrische energie (stroom) om in beweging. Hij gebruikt een coaxiaal bewegend magneetontwerp voor
maximaal efficiënte werking met sterke demping van de mechanische resonantie. Een membraan van siliconenrubber helpt de
ruimten tussen de werkende magneten tegen verontreiniging beschermen.
Pilooteenheid
De pilooteenheid bevat twee tegenover elkaar aangebrachte tuiten: de toevoertuit en de ontvangende tuit. Het bevat tevens
de deflector, het bewegende element. Zie afbeelding 11 en 12. De toevoertuit is verbonden met de toevoerlucht en levert een
luchtstroom op hoge snelheid. De ontvangende tuit vangt de luchtstroom op en zet deze om in druk. De druk in de ontvangende
tuit vormt de uitgangsdruk van de pilooteenheid.
Afbeelding 11. Werking van de deflector en tuiten op de pilooteenheid (directe werking)
GEREGELDE LUCHTTOEVOER
GEREGELDE LUCHTTOEVOER
A6645
HOGE UITGANGSDRUK
LAGE UITGANGSDRUK
WEGGELEIDE TUITSTROOM
846-transducer
mei 2023
DRUK NAAR
VERSTERKINGSEENHEID
DRUK NAAR
VERSTERKINGSEENHEID
23