Instructiehandleiding
D102005X0NL
Gebruik de onderstaande procedure met een unit met hoger bereik om de gewenste uitgangsbereik voor directe werking voor een
ingangssignaal van 4 tot 20 mA te verkrijgen:
1. Verricht stappen 1 t/m 9 van de kalibratieprocedure voor standaardprestatie: volledig ingangsbereik, directe werking.
2. Stuur een signaal van 4,0 mA (Vm = 1,0 V) aan en verstel de nulschroef totdat u de gewenste ondergrens van het uitgangsbereik
hebt verkregen. De ondergrens hoort tussen 0,03 en 0,6 bar (0.5 en 9.0 psi) te liggen. De uitgang neemt toe naarmate de
nulschroef verder rechtsom wordt gedraaid.
3. Stuur een signaal van 20,0 mA (Vm = 5,0 V) aan en verstel het bereik door middel van de instelschroef totdat u de gewenste
bovengrens van het uitgangsbereik hebt verkregen. Het bereik hoort ten minste 0,4 bar (6.0 psi) te bedragen. De maximale
bovengrens is 2,0 bar (30.0 psi). De uitgang neemt toe naarmate de instelschroef verder rechtsom wordt gedraaid.
4. Herhaal stappen 2 en 3 om de kalibratie te verifiëren en voltooien.
Standaardprestatie: gesplitst ingangsbereik, directe werking
WAARSCHUWING
Zie ook de WAARSCHUWING aan het begin van het hoofdstuk Onderhoud.
Ingangssignaal van 4 tot 12 mA
Gebruik de onderstaande kalibratieprocedure om een uitgangsbereik van 0,2 tot 1,0 bar (3 tot 15 psi) te verkrijgen voor een
ingangssignaal van 4 tot 12 mA:
1. Verricht stappen 1 t/m 9 van de kalibratieprocedure voor standaardprestatie: volledig ingangsbereik, directe werking.
2. Stuur een signaal van 4,0 mA (Vm = 1,0 V) aan en verstel de nulschroef totdat u een uitgang van 0,2 bar (3.0 psi) verkrijgt.
3. Stuur een signaal van 12,0 mA (Vm = 3,0 V) aan en verstel het bereik door middel van de instelschroef totdat u een uitgang van
1,0 bar (15.0 psi) verkrijgt.
4. Herhaal stappen 2 en 3 om de kalibratie te verifiëren en voltooien.
Ingangssignaal van 12 tot 20 mA
Gebruik de onderstaande kalibratieprocedure om een uitgangsbereik van 0,2 tot 1,0 bar (3 tot 15 psi) te verkrijgen voor een
ingangssignaal van 12 tot 20 mA:
N.B.
Er kan binnen dit bereik enige bereik-interactie met nul plaatsvinden: de onderstaande stappen compenseren dit.
1. Verricht stappen 1 t/m 9 van de kalibratieprocedure voor standaardprestatie: volledig ingangsbereik, directe werking.
2. Stuur een signaal van 4,0 mA (Vm = 1,0 V) aan en verstel de nulschroef totdat u een uitgang van 0,2 bar (3.0 psi) verkrijgt.
3. Stuur een signaal van 12,0 mA (Vm = 3,0 V) aan en verstel het bereik door middel van de instelschroef totdat u een uitgang van
1,0 bar (15.0 psi) verkrijgt.
4. Behoud de ingang van 12,0 mA (Vm = 3,0 V) en verstel de nulschroef totdat u een uitgang van 0,2 bar (3.0 psi) verkrijgt. Het zal
soms niet mogelijk zijn de unit zo laag te verstellen: ga in dat geval naar stap 7.
5. Als de uitgang in stap 4 0,2 bar (3.0 psi) bereikt, legt u een ingang van 20,0 mA (Vm = 5,0 V) aan en kijkt u naar de fout (het
verschil tussen de daadwerkelijk gemeten waarde en 15,0 psi). Verstel het bereik door middel van de instelschroef met factor 2
ter correctie van de fout. Bijvoorbeeld: als de gemeten waarde 0,9 bar (14.95 psi) is, verstelt u het bereik door middel van de
instelschroef om een uitgang van 1,1 bar (15.05 psi) te verkrijgen.
846-transducer
mei 2023
19