Installatie, stap voor stap
De kabels moeten aangesloten zijn op het aansluitblok van het
laadstation conform dit bekabelingschema wanneer de punten
3-12 van deze installatieaanwijzingen zijn uitgevoerd.
Gebruik dit schema als
referentie wanneer u de
installatie uitvoert.
LET OP! Raak de beide contactplaten van het
laadstation niet met een metalen voorwerp aan wanneer
het netsnoer van de transformator op een stopcontact
is aangesloten. De contactplaten kunnen dan
kortsluiting veroorzaken waardoor de automatische
zekering van de transformator springt. Omdat dit 15 V
zwakstroom is, bestaat er geen risico van persoonlijk
letsel.
1. Kies de plaats van het laadstation volgens „Planning van de
installatie".
2. Plaats het benedendeel van het laadstation en zet dit aan
de zijkanten met krammen vast.
3. Strip de beide draden van de laagspanningskabel en sluit
ze aan op plaats 3 resp. 4 op het aansluitblok van het
laadstation. Het maakt niet uit welke draad in 3 resp. 4
wordt gezet.
4. Zet de dokunit op het benedendeel en zet dit provisorisch
met krammen in de grond vast.
5. Trek de laagspanningskabel naar de transformator. De
laagspanningskabel mag niet worden ingegraven. Steek de
contactjes van de laagspanningskabel in de transformator.
Sluit het netsnoer van de transformator aan op een 230 V
stopcontact.
6. Omdat het laadstation nu stroomvoorziening heeft, kunt u
de Auto Mower prima opladen terwijl de begrenzingslus en
de zoeklus worden geïnstalleerd, zie „Opladen van lege
batterij". De eerste keer opladen neemt enkele uren in
beslag.
INSTALLATIE
Indien de Auto Mower het laadstation verlaat voordat de
begrenzingslus helemaal is geïnstalleerd zal hij voor het
laadstation stoppen en het alarm „registreert geen signaal
van de lus" geven. Dit alarm wordt automatisch opgeheven
wanneer de begrenzingslus wordt aangesloten. U kunt het
alarm van de Auto Mower ook uitzetten door de
veiligheidsklep op te tillen en het eerste cijfer van de code
in te voeren.
7.
Installeer de begrenzingslus volgens de beschrijving, zie
„Installatie van begrenzingslus". Wacht met het aansluiten
van de kabeluiteinden.
8.
Installeer de zoeklus volgens de beschrijving, zie „Installatie
van zoeklus". Wacht met het aansluiten van de
kabeluiteinden.
9.
Als de Auto Mower in het laadstation staat, klapt u de
veiligheidsklep omhoog, u voert het eerste getal van de
code in en u haalt de maaier van het laadstation weg.
10. Verwijder de dokunit van het laadstation.
11. Leg de kabels van de begrenzingslus in de gleuven op het
benedendeel van het laadstation. Strip de kabeluiteinden
en sluit ze aan op plaats 2 en 5 op het aansluitblok van het
laadstation. Zie bovenstaand bekabelingschema.
12. Het uiteinde van de zoeklus dat de Auto Mower het
laadstation inleidt, moet in de gleuf van de geleiderail op
het benedendeel van het laadstation gelegd worden.
Bevestig de kabel met krammen voor en achter de
geleiderail. Strip het kabeluiteinde van de zoeklus en sluit
deze aan op plaats 1 op het aansluitblok van het
laadstation. Het andere uiteinde wordt op plaats 6 op het
aansluitblok van het laadstation aangesloten.
13. Plaats de dokunit boven het benedendeel en zet het stevig
vast met krammen door de gaten aan de buitenrand. Plaats
de maaier in het laadstation en klap de veiligheidsklep naar
beneden.
14. Wanneer de Auto Mower het laadstation verlaat zal hij
beginnen te werken als de begrenzingslus correct is
geïnstalleerd. Als de Auto Mower direct stopt als hij het
laadstation verlaat en 3 bliepen per seconde geeft, en LED
4 knippert en 6 brandt continu, is de begrenzingslus
verkeerd aangesloten. Ga dan terug naar punt 7 en
controleer of de installatie klopt.
15. Controleer nu of de Auto Mower goed op het laadstation
dokt. Voer de code
linkerkant loodrecht op de zoeklus en klap de
veiligheidsklep naar beneden.
Als de Auto Mower de zoeklus in de juiste richting naar het
laadstation volgt is de installatie correct. Als de Auto Mower
daarentegen de verkeerde kant van de zoeklus opgaat
(tegen de klok in, naar de zijkant van het laadstation) is de
zoeklus verkeerd aangesloten. Ga dan terug naar punt 10
en voer de installatie opnieuw uit.
16. Eventueel moet de zijwaartse positie van het laadstation
afgesteld worden. Kram hem goed vast en laat de Auto
Mower een aantal maal het laadstation ingaan met het
commando
de contactplaten in het midden raken. Zo niet, stel de
dokunit dan zijwaarts af. Herhaal deze procedure om
opnieuw te controleren.
17. Let erop dat de grond voor het laadstation helemaal vlak is
zodat de beide laadstiften van de Auto Mower goed contact
maken met de contactplaten van het laadstation. Stel de
hoogte van het laadstation indien nodig af.
31 # in, zet de maaier vanaf de
*
31 #. Controleer nauwkeurig of de laadstiften
*
9
Nederlands –