7. Het product in bedrijf nemen
Schakel de voeding van de pomp niet in voordat de pomp
gevuld is met vloeistof.
Gerelateerde informatie
9.1.1 Opstartwizard op Grundfos GO Remote
7.1 Het product ontluchten
1. Schroef de ontluchtingsnippel los en giet minimaal 1,7 liter (0,45
gallon) water in het pomphuis.
2. Schroef de ontluchtingsnippel weer vast.
Voorbeeld:
De pomp ontluchten
Als de zuigdiepte groter is dan 6 m (20 ft) is het wellicht
nodig de pomp meer dan eens te vullen.
Draai ontluchtingsnippel en aftapplug altijd met de hand
vast.
Gerelateerde informatie
7.2 De pomp in bedrijf nemen
12. Inschakelen na stilstand
12.1 De pomp deblokkeren
7.2 De pomp in bedrijf nemen
Voer, na installatie en ontluchting, de volgende stappen uit om de
pomp in bedrijf te nemen.
1. Ontlucht de pomp op basis van de ontluchtingsinstructies.
2. Open alle isolatie-afsluiters.
3. Open het hoogste tappunt of het tappunt dat het verst van de
pomp is verwijderd om lucht die zich in het systeem heeft
opgehoopt te laten ontsnappen.
4. Schakel de elektriciteitstoevoer van de pomp in. Alle symbolen
op het bedieningspaneel lichten kort op. Het pictogram Stop
blijft branden.
5. Druk op de Start/Stop-toets om de pomp in te schakelen. Bij
een grote opvoerhoogte kan het tot vijf minuten duren voordat
de pomp water geeft. Dit is afhankelijk van de lengte en
diameter van de zuigleiding.
6. Als er water uit het aftappunt komt, sluit u het aftappunt. De
pomp wordt na ca. 10 seconden uitgeschakeld.
7. De inbedrijfname is nu voltooid en de pomp is gereed voor
bedrijf.
Gerelateerde informatie
7.1 Het product ontluchten
12. Inschakelen na stilstand
12.1 De pomp deblokkeren
7.3 Bedrijf
7.3.1 Normaal bedrijf
Wanneer er verbruik is in het watervoorzieningssysteem, wordt de
pomp ingeschakeld wanneer er aan de inschakelvoorwaarden van
de pomp wordt voldaan. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer er een
kraan wordt geopend, waardoor de druk in het systeem daalt.
De pomp wordt uitgeschakeld als het verbruik stopt, bijv. wanneer
de kraan wordt dichtgedraaid.
7.3.1.1 Start- en stopvoorwaarden
Inschakelvoorwaarden
De pomp wordt gestart wanneer ten minste aan één van de
volgende voorwaarden is voldaan:
•
Het debiet is groter dan Qmin (1,5 l/min).
•
De druk is lager dan pstart.
Uitschakelvoorwaarden
De pomp wordt gestopt met een tijdsvertraging van 10 seconden
wanneer is voldaan aan de volgende voorwaarden:
•
Het debiet is geringer dan Qmin (1,5 l/min).
•
De druk is hoger dan Pstart.
De pstart-waarden worden weergegeven in de technische
gegevens.
Gerelateerde informatie
16.1 Bedrijfscondities
7.4 Inloop asafdichting
De oppervlakken van de asafdichting worden gesmeerd door de
verpompte vloeistof. Een geringe lekkage van de asafdichting van
maximaal 10 ml per dag op 8 tot 10 druppels per uur is mogelijk.
Onder normale omstandigheden verdampt de lekkende vloeistof.
Hierdoor wordt geen lekkage gedetecteerd.
Wanneer de pomp voor het eerst wordt ingeschakeld, of wanneer
de asafdichting is vervangen, is een bepaalde inloopperiode nodig
voordat de lekkage is gereduceerd tot een aanvaardbaar niveau.
De benodigde tijd hiervoor hangt af van de bedrijfsstatus, d.w.z.
elke keer dat de bedrijfsstatus verandert wordt een nieuwe
inloopperiode gestart.
Lekkende vloeistof wordt afgevoerd door de afvoeropeningen in de
motorflens.
Installeer het product op zodanige wijze dat geen ongewenste
bijkomende schade kan ontstaan door lekkage.
411