Uitvoering
1.3 Condensingunit DXCZ
De condensingunit type DXCZ bestaat uit een hermetisch geslo-
ten compressor en een lucht gekoelde condensor. De condensing-
unit is voorzien van een axiaal ventilator (bij type DXCZ 371 twee
ventilatoren).
De condensingunit is voorgevuld met een hoeveelheid koelmid-
del welke voldoende is voor de condensingunit en 5 meter koel-
leiding, zodat na aansluiting bijvullen van koelmiddel nood-
zakelijk kan zijn (zie ook paragraaf 4.6 voor juiste hoeveelheid
bijvulling koelmiddel). Alle in dit installatievoorschrift genoemde
condensingunits zijn gevuld met koelmiddel R407C. Het aanslui-
ten van de zuig- en vloeistofleiding geschiedt d.m.v. een Flare-
STEK soldeerkoppeling op de afsluiters.
De afsluiters van de zuig- en vloeistofleiding zijn voorzien van
een meetnippel.
De condensingunit is standaard voorzien van een hogedruk- en
leegstandbeveiliging en beschermt de unit tegen schade als ge-
volg van koelmiddelverlies en schade door abnormale bedrijfs-
omstandigheden.
De condensingunits zijn uitgevoerd met een drukgestuurde
Figuur 2. Condensingunit type DXCZ 221
Installatievoorschriften Allure met koeling
winterregeling. Deze regeling garandeert ook een perfecte wer-
king bij lage buitentemperaturen. Voor eventuele wijzigingen
van instellingen van deze winterregeling zie de bij de conden-
singunit meegeleverde handleiding.
Standaard zijn condensingunit DXCZ voorzien van een carter-
verwarming. De carterverwarming dient te voorkomen dat na
langdurige stilstand van de compressor, de olie vermengd wordt
met het koelmiddel, zodat er bij het inschakelen geen smering is
van de compressor.
Waarschuwing:
Wanneer een condensingunit met een scroll compressor te
veel lawaai maakt, een te lage aanloopstroom heeft en z'n
maximale druk niet haalt, dan draait de compressor de ver-
keerde kant op. Verwissel in deze situatie L1 en L2. Wanneer
een condensingunit is uitgevoerd met een scroll compressor
dan is dit duidelijk vermeld middels een sticker op het toestel.
december 2005
Hoofdstuk 1
4317-D
3