Hoofdstuk 5
5.1 Onderhoud
Aan de koelinstallatie moet jaarlijks onderhoud worden verricht.
Bij een onderhoudsbeurt dienen de volgende werkzaamheden te
worden gedaan;
-
Maak de binnenzijde van de condensingunit schoon (blade-
ren, etc. verwijderen).
-
Controleer de condenswater afvoeropeningen op verstoppin-
gen (bij condensingunit en koelblok).
-
Controleer de motorbevestigingspunten compressor.
-
Doe een algehele controle op loszittende onderdelen/plaat-
schroeven.
-
Controleer de koeltechnische verbindingen op lekkage.
18
Installatievoorschriften Allure met koeling
-
Controleer het ampérage van de condensingunit.
-
Controleer de werking van het koelsysteem d.m.v. inschakelen
van de koeling op ruimtethermostaat.
-
Controleer de verkleuring van de vochtindicator in het kijkglas
(op het beschermkapje is aangegeven welke verkleuring een
natte resp. droge toestand weergeeft).
Wanneer de verkleuring "nat" aangeeft, dient een nieuwe dro-
ger gemonteerd te worden. (Verwisselen van droger mag alleen
geschieden door een vakkundig monteur met STEK-erkenning).
-
Controleer de ventilatorregeling bij verwarmen/koelen.
-
Controleer aan de hand van het "Inbedrijfstellingsrapport"
(zie bijlage 1).
december 2005
Onderhoud