PARAMETER
INSTELLINGEN STANDAARD
GEVORDERD
ANALYSE,
OPLADEN
PAUZETOETS
BEWAKEN,
ALTIJD
HEARTSTART FR2 defibrillator M3840A en M3841A
Parameters voor handmatig opheffen
De HEARTSTART FR2 biedt diverse manieren om het automatische protocol
op te heffen. De parameters in de volgende tabel worden gebruikt om
verschillende soorten handmatige opheffing te activeren.
UIT,
UIT
UIT,
UIT
BESCHRIJVING
Activeert of desactiveert de invoering van de modus
gevorderd voor ALS- of gelaagde respons-systemen.
UIT — desactiveert de functies van de modus gevorderd.
ANALYSE — activeert een door de gebruiker gestarte
analyse van het ritme en ontlading en (M3840A uitsluitend)
zet de ECG-weergave aan.
OPLADEN (M3840A uitsluitend) — afgezien van het
activeren van de functie analyse activeert dit het door de
gebruiker gestarte opladen en ontladen.
Activeert of desactiveert de door de gebruiker gestarte
CPR-pauze in het automatische protocol. De duur van de
pauze wordt bepaald door de instelling van de CPR-timer.
Wanneer een functie van de modus Gevorderd (ANALYSE
of OPLADEN) wordt geactiveerd en opgeroepen, wordt de
pauzetoets gedesactiveerd.
UIT — desactiveert het gebruik van een door de gebruiker
gestarte pauze.
BEWAKEN — activeert uitsluitend tijdens de bewaking
door de FR2 van het ritme van de patiënt een door de
gebruiker gestarte pauze.
ALTIJD — activeert een door de gebruiker gestarte pauze
op elk willekeurig moment behalve wanneer de FR2 al
gepauzeerd is.
Als hij geactiveerd is, wordt de
pauzetoets opgeroepen door op
de onderste optietoets te
drukken, aangegeven door een
pijl op het scherm van de FR2,
zoals afgebeeld in het scherm
dat in het voorbeeld is
gegeven.
Instellingsoverzicht
BEWAKEN
BEHANDEL PATIËNT
0:43
2
HF XXX
CPR PAUZE >
6-5
6