4. Wassen
A. Maak een oplossing van filterreiniger en water en
laat het filter hierin ongeveer 15 minuten weken;
Raadpleeg de instructies op de verpakking van de
filterreiniger voor volledige informatie.
B. Nadat u het filter 15 minuten heeft laten weken,
spoelt u dit om met schoon water. Om te voorkomen
dat het filterelement wordt beschadigd, mag de
maximale waterdruk niet hoger zijn dan 40 psi
(276 kPa). Als u het filter omspoelt, moet u
beginnen aan de schone kant en naar de vuile kant
toe werken.
C. Droog het filterelement met een warme luchtstroom
(maximaal 71 C) of laat het element aan de lucht
drogen. Gebruik geen gloeilamp om het filter-
element te drogen omdat hierdoor beschadigingen
kunnen ontstaan.
5. Persluchtmethode:
A. Blaas perslucht van binnen naar buiten door het
droge filterelement. Om beschadiging van het filter-
element te voorkomen, mag de luchtdruk niet hoger
zijn dan 100 psi (689 kPa).
B. Houd de spuitmond van de luchtslang minstens
5 cm van het filter en beweeg de spuitmond op en
neer terwijl u het filterelement ronddraait.
Inspecteer het filter op gaten en scheuren door het
filter tegen een felle lichtbron te houden en er
doorheen te kijken.
6. Inspecteer het nieuwe filter op transportschade.
Controleer het uiteinde van het filter dat moet
aansluiten. Een beschadigd filter mag niet worden
gemonteerd.
7. Plaats het nieuwe filter in het luchtfilterhuis. Zorg
ervoor dat het filter goed afsluit door de buitenring van
het filter aan te drukken wanneer u het plaatst. Druk
niet op het flexibele midden van het filter.
8. Plaats het deksel terug en maak de sluitingen vast. Zorg
ervoor dat de bovenkant van het deksel boven is.
Motorolie verversen en filter
vervangen
Ververs de olie en vervang het filter na de eerste 50 be-
drijfsuren; ververs daarna de olie om de 50 bedrijfsuren en
vervang het oliefilter om de 100 bedrijfsuren.
1. Verwijder een van de aftappluggen (Fig. 42) en laat de
olie in een opvangbak lopen. Als er geen olie meer naar
buiten stroomt, plaatst u de aftapplug terug.
1
Figuur 42
1. Aftapplug motorolie
2. Verwijder het oliefilter (Fig. 43). Smeer een dun laagje
schone olie op de nieuwe filterpakking voordat u deze
vastschroeft. Niet te vast draaien.
Figuur 43
1. Motoroliefilter
3. Vul het carter bij met olie; zie Carteroliepeil
controleren, blz. 17.
33
1