PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
2. Draai de stelmoer richting (a)
voor meer gaskabelspeling. Draai
de stelmoer richting (b) voor min-
der gaskabelspeling.
3. Draai de borgmoer aan.
6
Banden
Let ten aanzien van de voorgeschre-
ven banden op het volgende voor een
optimale prestatie, levensduur en vei-
lige werking van uw motorfiets.
Bandenspanning
De bandenspanning moet voor elke
rit worden gecontroleerd en indien
nodig worden bijgesteld.
s WAARSCHUWING
s
De bandspanning moet worden
gecontroleerd en afgesteld ter-
wijl de banden koud zijn (wan-
neer de temperatuur van de
banden gelijk is aan de omge-
vingstemperatuur).
De bandspanning moet worden
aangepast aan de rijsnelheid en
het totale gewicht van rijder, pas-
sagier, bagage en accessoires
dat voor dit model is vastgesteld.
Bandenspanning (gemeten op kou-
de banden):
Tot 90 kg (198 lb):
Voor:
175 kPa (25.4 psi) (1.75 kgf/cm
Achter:
200 kPa (29 psi) (2 kgf/cm
6-8
DAU21870
90 kg (198 lb) ~ maximale:
Voor:
175 kPa (25.4 psi) (1.75 kgf/cm
Achter:
225 kPa (32.6 psi) (2.25 kgf/cm
Maximale belasting*:
155 kg (341.78 lb)
* Totaal gewicht van motorrijder, pas-
sagier, bagage en accessoires
DWA10500
s WAARSCHUWING
s
De aanwezigheid van bagage heeft
grote invloed op het weggedrag, de
rem- en rij-eigenschappen en de
veiligheid van uw machine. Neem
daarom de volgende voorzorgsma-
atregelen in acht.
DE MACHINE NOOIT OVERBE-
LADEN! Rijden met een over-
beladen machine kan leiden tot
beschadiging van de banden,
controleverlies of ernstig let-
sel. Zorg ervoor dat het totale
gewicht van de motorrijder,
lading en accessoires de maxi-
maal toegestane belasting van
de machine niet overschrijdt.
2
)
2
)
2
)
2
)
DWA10450