OC
GND
+24 V*
+24 V*/5 V*
+
* Als een externe voedingsbron wordt gebruikt, dan moet er een
aansluiting zijn op de aarde (GND).
Afb. 10 Aansluitklemmen, FM 100
Klem
Type
10
DI3/OC1
4
AI1
2
DI1
5
+5 V
6
GND
A
GENIbus, A
Y
GENIbus, Y
B
GENIbus, B
DI
10
DI3/OC1
4
AI1
2
DI1
+
5
+5 V
6
GND
A
GENIbus A
Y
GENIbus Y
B
GENIbus B
Functie
Digitale ingang/uitgang,
configureerbaar.
Open collector: Max. 24 V
resistief of inductief.
Analoge ingang:
0,5 - 3,5 V / 0-5 V / 0-10 V
Digitale ingang, configureer-
baar
Voeding naar potentiometer
en sensor
Aarde
GENIbus, A (+)
GENIbus, GND
GENIbus, B (-)
6.6.2 Standaard functionele module (FM 200)
De FM 200 heeft meer ingangen en uitgangen dan de FM 100 en
is geschikt voor toepassingen die nog veeleisender zijn.
De FM 200 heeft de volgende aansluitingen:
•
twee analoge ingangen
•
twee digitale ingangen of één digitale ingang en één open-
collector uitgang
•
Grundfos Digitale Sensor ingang en uitgang
•
twee signaalrelaisuitgangen
•
GENIbus aansluiting.
Zie afb. 11.
Digitale ingang 1 is fabrieksmatig ingesteld als
start/stop-ingang waarbij een open kringloop uit-
schakeling (stop) tot gevolg heeft.
Fabrieksmatig is een doorverbinding aange-
N.B.
bracht tussen klemmen 2 en 6. Verwijder de door-
verbinding als digitale ingang 1 moet worden
gebruikt als externe start/stop of een andere
externe functie.
Als voorzorgsmaatregel dienen de aders van de
onderstaande groepen aansluitingen over hun
N.B.
gehele lengte d.m.v. dubbele isolatie van elkaar
te worden gescheiden.
•
Ingangen en uitgangen
Alle ingangen en uitgangen zijn intern gescheiden van de
delen die de netspanning geleiden d.m.v. dubbele isolatie, en
elektrisch gescheiden van overige circuits.
Alle regelklemmen worden gevoed door extra lage veiligheids-
pannning (SELV), waardoor er bescherming tegen elektrische
schokken is.
•
Signaalrelaisuitgangen
– Signaalrelais 1:
LIVE:
Netspanningen tot 250 VAC kunnen op deze uitgang wor-
den aangesloten.
SELV:
De uitgang is elektrisch gescheiden van de overige circuits.
De voedingspanning of de extra lage veiligheidspanning kan
daardoor naar wens op de uitgang worden aangesloten.
– Signaalrelais 2:
SELV:
De uitgang is elektrisch gescheiden van de overige circuits.
De voedingspanning of de extra lage veiligheidspanning kan
daardoor naar wens op de uitgang worden aangesloten.
•
Netspanning (klemmen N, PE, L of L1, L2, L3, PE).
Een elektrisch veilige scheiding moet voldoen aan de eisen van
dubbele isolatie, inclusief kruipafstanden en openingen zoals
genoemd in EN 61800-5-1.
9