Inhoudsopgave
Advertenties
8.4.2 Menu BEDRIJF
Wanneer communicatie tussen de R100 en de motor tot stand is
gebracht, verschijnt het eerste display in dit menu.
Setpoint
Stel in dit display het setpoint in.
Ingesteld setpoint
Actueel setpoint
Actuele waarde
De volgende symbolen voor de bedrijfstatus van de motor kunnen
in het display verschijnen:
Symbool
Bedrijfstatus
Versnelling
Vertraging
Gereduceerd bedrijf tijdens versnelling
Gereduceerd bedrijf tijdens vertraging
Gereduceerd setpoint
Setpoint
Stop
Open regelkring
Als de motor is ingesteld op bedrijf met open regelkring, dan
wordt het setpoint ingesteld in % van het maximaal mogelijke toe-
rental van de motor.
Het instelbereik ligt dan tussen min. toerental en max. toerental,
bijvoorbeeld tussen 12 en 67 % van het maximaal mogelijke toe-
rental. Zie het voorbeeld in afb. 30.
Gesloten regelkring
Als de motor is ingesteld op bedrijf met gesloten regelkring, dan
wordt het setpoint ingesteld in de meeteenheid die door de sen-
sor wordt gebruikt.
Het instelbereik ligt dan tussen de ingestelde minimale en maxi-
male sensorwaarden.
Als de motor is aangesloten op een signaal van een extern set-
point, dan zal de waarde in dit display het maximum van het sig-
naal van het externe setpoint zijn. Zie paragraaf 9. Extern set-
pointsignaal.
Als de motor wordt geregeld via externe signalen of een bus, dan
wordt dit aangegeven in het display als wordt geprobeerd om het
setpoint in te stellen.
In dit geval is het aantal mogelijke instellingen lager.
Zie paragraaf 11. Prioriteit van instellingen.
18
Bedrijfsmodus
Kies één van de volgende bedrijfsmodi:
•
Stop
•
Min. (min. toerental)
•
Normaal (bedrijf)
•
Max. (max. toerental)
•
Handbediening.
De bedrijfsmodi kunnen worden geselecteerd zonder de instelling
van het setpoint te wijzigen.
Handmatig toerental
In dit display kan het toerental van de motor worden ingesteld in
%. Wanneer de bedrijfsmodus op "Handbediening" staat inge-
steld, dan gaat de motor met het ingestelde toerental lopen.
Alarm
In geval van een alarm verschijnt de oorzaak in het display,
samen met een storingscode.
Mogelijke alarmmeldingen:
Alarm
Geblokkeerde pomp
Interne communicatiestoring
Interne storing
Elektronicatemperatuur te hoog
Sensorsignaal buiten signaalbereik
Onderspanning
Overspanning
Overbelasting
Te hoge motortemperatuur
Externe storing
Signaal buiten bereik, analoge ingang 1
Signaal buiten bereik, analoge ingang 2
Signaal buiten bereik, analoge ingang 3
Temperatuursensor 1 buiten signaalbereik
Temperatuursensor 2 buiten signaalbereik
Te veel herinschakelingen
Limiet 1 overschreden
Limiet 2 overschreden
Een storingsmelding kan worden gereset in dit display door op
[OK] te drukken als de oorzaak van de storing is verdwenen.
Storings-
code
51
76
83, 85, 163
66
88
40
32
49
65
3
165
166
167
91
175
4
190
191
Advertenties
Inhoudsopgave
