Inhoudsopgave
Advertenties
Signaalrelais 1 en 2
De signaalrelais kunnen worden geconfigureerd om geactiveerd
te worden door één van de volgende gebeurtenissen:
•
Gereed
•
Bedrijf
•
Alarm
•
Waarschuwing
•
Limiet 2 overschreden
•
Limiet 1 overschreden
•
Draait
•
Niet actief.
Het aantal beschikbare displays hangt af van de functionele
module in de motor. Zie hieronder.
Functie (klem)
Signaalrelais 1 (NC, C1, NO)
Signaalrelais 2 (NC, C2, NO)
Toetsen op de motor
De toetsen
en
op de motor kunnen worden ingesteld op:
•
Actief
•
Niet actief.
Nummer
Een nummer tussen 1 en 64 kan aan de motor worden toegekend
of kan worden gewijzigd. Bij buscommunicatie moet aan elke
motor een nummer worden toegekend.
22
FM 100
FM 200
FM 300
-
●
●
-
●
●
Draadloze communicatie
In dit display kan draadloze communicatie worden geactiveerd of
gedeactiveerd. De draadloze infraroodcommunicatie wordt niet
beïnvloed door de instellingen die in dit display gemaakt worden.
Mogelijke instellingen:
•
Actief
•
Niet actief.
Digitale ingang 1 en 2, Functie
De digitale ingangen 1 en 2 kunnen worden ingesteld op diverse
functies.
Kies één van de volgende functies:
•
"Niet actief":
Ingesteld op "Niet actief" heeft de ingang geen functie.
•
"Externe storing":
Wanneer de ingang is geactiveerd wordt een timer gestart.
Als de ingang meer dan 5 seconden wordt geactiveerd, dan
zal de motor worden uitgeschakeld en zal een storingsmelding
worden gegeven. Als er langer dan 5 seconden geen verbin-
ding is, dan zal de storing ophouden en zal de motor inschake-
len als automatisch herstarten is gekozen via PC Tool.
•
"Resetten van alarm":
Wanneer de ingang is geactiveerd wordt een eventuele sto-
ringsmelding gereset.
•
"Omkeren":
Wanneer de ingang is geactiveerd wordt de draairichting van
de motor omgekeerd in vergelijking met de instelling
van Draairichting, pagina 26.
•
"Externe vrijgave":
Wanneer de ingang is gedeactiveerd (open kringloop) schakelt
de motor uit.
•
"Max." (max. toerental):
Wanneer de ingang is geactiveerd draait de motor met het
ingestelde max. toerental.
•
"Min." (min. toerental):
Wanneer de ingang is geactiveerd draait de motor met het
ingestelde min. toerental.
De prioriteit van de gekozen functies ten opzichte van elkaar blijkt
uit paragraaf 11. Prioriteit van instellingen.
Een uitschakelcommando heeft altijd de hoogste prioriteit.
Het aantal beschikbare displays hangt af van de functionele
module in de motor. Zie hieronder.
Functie (klem)
Digitale ingang 1, Functie (2 en 6)
Digitale ingang 2, Functie (1 en 9)
FM 100
FM 200
FM 300
●
●
●
-
-
●
Advertenties
Inhoudsopgave
