5.1.19 Bereikinstellingen
Menu/parameter
Upper Valve
RngBovenste klepbereik
Lower Valve Rng
Upper Working Rng
Lower Working Rng
58
Waardebereik
0,0 tot 100,0 %
0,0 tot 100,0 %
0,0 tot 100,0 %
0,0 tot 100,0 %
SP8-10 Intelligente Klepstandsteller
Beschrijving
Normaal gesproken wordt het klepbereik automatisch
bepaald tijdens de Automatische afstelling.
Een gedeeltelijke uitvoering van de automatische afstelling
die beperkt is tot de regelparameters of kleppen en
toebehoren zonder eindstop, vereist echter handmatige
aanpassing van het klepbereik.
Opmerking:
Wanneer na automatische afstelling het klepbereik
handmatig wordt gedraaid (oud min. = nieuw max. =>
oud max. = nieuw min.) reageert het apparaat niet meer
op veranderingen van het instelpunt. Een constante
proceswaarde van 128 knippert op het scherm.
Normaal gesproken wordt het klepbereik automatisch
bepaald tijdens de Automatische afstelling.
Een gedeeltelijke uitvoering van de automatische afstelling
die beperkt is tot de regelparameters of kleppen en
toebehoren zonder eindstop, vereist echter handmatige
aanpassing van het klepbereik.
Opmerking:
Wanneer na automatische afstelling het klepbereik
handmatig wordt gedraaid (oud min. = nieuw max. =>
oud max. = nieuw min.) reageert het apparaat niet meer
op veranderingen van het instelpunt. Een constante
proceswaarde van 128 knippert op het scherm.
Het werkbereik kan zo worden geconfigureerd dat het
kleiner is dan het maximale mechanische werkbereik.
Het instelpuntbereik heeft altijd betrekking op het
geconfigureerde werkbereik. Gebruik deze parameter om
de ondergrens van het werkbereik vast te leggen.
Het werkbereik kan zo worden geconfigureerd dat het
kleiner is dan het maximale mechanische werkbereik.
Het instelpuntbereik heeft altijd betrekking op het
geconfigureerde werkbereik. Gebruik deze parameter om
de bovengrens van het werkbereik vast te leggen.
IM-P707-01-NL CTLS-UKn-01