Inhoudsopgave
Advertenties
3.3.13 Instellen van de mechanische eindschakelaar met 24 V microschakelaars
1.
Draai de schroeven voor het deksel van de behuizing los en verwijder het.
2.
Selecteer de bedrijfsmodus "Handmatige afstelling" en zet het eindregelelement met de hand in de gewenste
schakelstand voor contact 1.
3.
Stel het maximale contact in (1, onderste sluitring).
Zet de bovenste sluitring vast met de speciale afstelplug en draai de onderste sluitring met de hand.
4.
Selecteer de bedrijfsmodus "Handmatige afstelling" en zet het eindregelelement met de hand in de gewenste
schakelstand voor contact 2.
5.
Stel het minimale contact in (2, bovenste sluitring).
Zet de onderste sluitring vast met de speciale afstelplug en draai de bovenste sluitring met de hand.
6.
Sluit de microschakelaar aan.
7.
Bevestig het deksel van de behuizing en schroef het vast op de behuizing.
8.
Draai de schroeven handvast aan.
3.3.14 Pneumatische aansluitingen
Opmerkingen:
-
De klepstandsteller mag uitsluitend worden gevoed met instrumentatie perslucht die vrij is van olie, water en stof.
-
De zuiverheid en het oliegehalte moeten voldoen aan de eisen van Klasse 3:3:3 conform ISO 8573-1.
Opmerking
Beschadiging van onderdelen! Verontreinigingen op de luchtleiding en de klepstandsteller kunnen schade
toebrengen aan onderdelen.
-
Stof, splinters en andere vuildeeltjes moeten worden weggeblazen voordat de leiding wordt aangesloten.
Een druk van meer dan 6 bar (90 psi) kan de klepstandsteller of de servomotor beschadigen.
-
Er moeten voorzieningen worden getroffen (b.v. door een drukregelaar te gebruiken) om ervoor te zorgen dat
de druk niet hoger wordt dan 6 bar (90 psi)*, zelfs in geval van een storing.
34
SP8-10 Intelligente Klepstandsteller
IM-P707-01-NL CTLS-UKn-01
Advertenties
Inhoudsopgave
