5.1.13 Numerieke invoer
Wanneer een numerieke invoer wordt gedaan, wordt een waarde ingesteld door de afzonderlijke decimale
posities in te voeren.
Hiermee is de procedure voor het wijzigen van een parameterwaarde beëindigd.
48
1.
Selecteer de parameters die u in het menu wilt instellen.
2.
Gebruik RECHTS om de parameter voor bewerking op te roepen.
De decimale plaats die momenteel is geselecteerd, is gemarkeerd.
3.
Gebruik LINKS om de volgende decimale plaats te kiezen.
4.
Gebruik OMHOOG of OMLAAG om de gewenste waarde in te stellen.
5.
Gebruik LINKS om de volgende decimale plaats te kiezen.
6.
Selecteer en stel zo nodig extra decimalen in volgens stappen 3 en 4.
7.
Gebruik RECHTS om uw instelling te bevestigen
SP8-10 Intelligente Klepstandsteller
IM-P707-01-NL CTLS-UKn-01