Inhoudsopgave
Advertenties
3.3.4 Elektrische aansluiting
Sluit de klepstandsteller (SP8-10 Regeleenheid, behuizing 1) en de externe positiesensor (SP8-10 Externe sensor,
behuizing 2) aan en volg daarbij de onderstaande instructies:
-
De SP8-10 externe sensor en de SP8-10 regeleenheid zijn op elkaar afgesteld. Zorg ervoor dat alleen apparaten
met hetzelfde serienummer worden aangesloten.
-
Voor de aansluiting moet een afgeschermde 3-draads kabel met een maximale lengte van 10 m (33 ft) worden
gebruikt.
-
Leid de kabel in de klemmenruimte door de EMC-kabelwartels. Zorg ervoor dat de afscherming correct in de
EMC-kabelwartels is bevestigd.
-
Sluit de kabels aan volgens de elektrische aansluitingen en draai de schroeven van de klemmen handvast aan.
-
Gebruik eindedraadshulzen bij het aansluiten.
-
De elektrische aansluitingen van de SP8-10 regeleenheid en de optionele modules worden uitgevoerd zoals
beschreven in hoofdstuk Aansluiting op het apparaat op pagina 36.
-
Als de SP8-10 Regeleenheid zo wordt bevestigd dat hij niet-geleidend is, moet de behuizing worden geaard
(SP8-10 Regeleenheid en de behuizing van de SP8-10 externe sensor met hetzelfde elektrische potentiaal);
anders zouden er regelafwijkingen kunnen optreden met betrekking tot de analoge positiefeedback.
-
Bij de SP8-10 externe Sensor met IP-klasse IP 66 draait u de dekselschroeven eerst met ca. 50 Ncm kruislings
aan en daarna met 200 Ncm 1,77 lbf-in vast.
-
De pneumatische uitgangen naar de servomotoren moeten worden aangesloten met pneumatische leidingen
met een minimale diameter van 6 mm.
28
SP8-10 Intelligente Klepstandsteller
IM-P707-01-NL CTLS-UKn-01
Advertenties
Inhoudsopgave
