5.1.17 Menu Apparaat Instelling
Menu/parameter
Actuator Type
Bolt Position
Vent Position
Set point
Range Settings
End Stop Behav.
Recalc. Position
56
Waardebereik
Linear, Rotary
Bolt On Lever,
Bolt On Stem
Position 0%, Position
100%
SP Range Min.
SP Range Max.
SP Filter
SP Ramp Up
SP Ramp Down
SP Charact. Curve
SP Direction
Valve Rng Calib.
Upper Valve Rng
Lower Valve Rng
Tight Shut 0%
Control at 0%
Dead Angle 0%
Tight Shut 100%
Control at 100%
Dead Angle 100%
Off, On
SP8-10 Intelligente Klepstandsteller
Beschrijving
Gebruik deze parameter om de configuratie- en
parametriseringinstructie van de klepstandsteller voor
de werking op een lineaire servomotor (sensorbereik
±30°) of op een roterende servomotor (sensorbereik
±45°) te configureren. Mechanische wijzigingen aan de
klepstandsteller zijn niet nodig.
De linearisatie kan afhankelijk van de
montagevoorwaarden onder de parameter "Linear" worden
geselecteerd:
Voor de linearisatie wordt bij de bevestiging aan lineaire
servomotoren een onderscheid gemaakt tussen het
mechanische deel van de positieoverbrenging waarop de
bout van de servomotor permanent is gemonteerd.
-
Bolt On Lever (aandrijfbout op de
potentiometerhendel)
-
Bolt On Stem (aandrijfbout op de klepsteel)
Fabrieksinstelling: Bolt On Lever
Met deze parameter wordt vastgelegd, welke positie in het
scherm moet worden getoond wanneer uitgang 1 van de
klepstandsteller volledig ontlucht is.
In deze parametergroep worden de parameters voor het
instelpunt ingesteld.
In deze parametergroep worden de eindstanden van
de klep en het werkbereik waarin de klep moet worden
geregeld, ingesteld.
Opmerking:
Als het werkgebied beperkt is, verschuiven de
schakelpunten van de digitale feedback tegenover het
klepgebied dat eventueel eerder was ingesteld.
Het eindpositiegedrag wordt in deze parametergroep
ingesteld.
Gebruik deze parameter om te definiëren of de positie-
indicator en de analoge positiefeedback de klepstand
(direct) of de klepstroom (herberekend) weergeven.
IM-P707-01-NL CTLS-UKn-01