SONNET audioprocessor
Ga als volgt te werk om de luisterspoel te gebruiken:
•
Activeer de luisterpoel door op de T-toets (alleen signalen die worden opgevangen door
de luisterspoel zullen hoorbaar zijn) of op de MT-toets (signalen die door de microfoon
en de luisterspoel worden opgepikt, zullen hoorbaar zijn) op uw FineTuner te drukken,
zoals beschreven in hoofdstuk 4, SONNET audioprocessor, FineTuner, FineTuner-regeling.
•
Wanneer u een telefoon gebruikt, plaatst u de telefoon zodanig dat het oorstuk ervan
midden boven de SONNET controle-eenheid zit. Verplaats de telefoon waar nodig iets op
en neer om de signaalkwaliteit te optimaliseren.
•
Probeer, wanneer u zich in een omgeving met een ringleidingsysteem bevindt, een plek
te vinden waar de signaalkwaliteit het best is voor u.
•
Druk voor het uitschakelen van de luisterspoel, wanneer u die niet meer nodig hebt, op
de M-toets op uw FineTuner als beschreven in hoofdstuk 4, SONNET audioprocessor,
FineTuner, FineTuner-regeling.
Wanneer u de audioprocessor inschakelt, is de microfoon actief, zelfs wanneer de luisterspoel
geselecteerd was, voordat u de audioprocessor inschakelde. Wanneer de luisterspoel
actief is, hoort u wellicht een zoemend geluid bij bediening van de FineTuner-toets. Dat
zoemgeluid is normaal en geeft aan dat er een commando wordt verzonden. Om bij een
actieve luisterspoel de interferentie met elektronische en elektrische apparaten te beperken,
adviseren wij u de audiogevoeligheid te reduceren (zie hoofdstuk 4, SONNET audioprocessor,
FineTuner, FineTuner-bediening).
11