5. Het product in bedrijf nemen
5.1 Voor de start
Schakel de pomp pas in wanneer het systeem met vloeistof is
gevuld en volledig is ontlucht. De vereiste minimale voordruk
moet beschikbaar zijn aan de zuigzijde van de pomp. Zie para-
grafen
14.1 Technische specificaties
gen, GRUNDFOS ALPHA1 XX-40, XX-45, XX-50, XX-60 (interna-
tionale
markten).
5.2 De pomp ontluchten
Afb. 5 De pomp ontluchten
De pomp ontlucht zichzelf. Deze hoeft niet te worden ontlucht
voorafgaand aan het opstarten.
Lucht in de pomp kan geluid veroorzaken. Dit geluid is na een
paar minuten over.
Snelle ontluchting van de pomp kan tot stand worden gebracht
door de pomp korte tijd op toerental III in te stellen, afhankelijk
van systeemgrootte en ontwerp.
Wanneer de pomp ontlucht is, d.w.z wanneer het geluid is ver-
dwenen, stelt ude pomp in volgens de aanbevelingen. Zie para-
graaf
10. Instellen van de
pomp.
De pomp mag niet drooglopen.
Het systeem mag niet worden ontlucht via de pomp. Zie para-
graaf
5.3 Ontluchten van
verwarmingssystemen.
en
14.2 Installatie-afmetin-
1
III
II
I
POWER
1
III
I
= 10 Min.
5.3 Ontluchten van verwarmingssystemen
Afb. 6 Ontluchten van verwarmingssystemen
Het verwarmingssysteem kan worden ontlucht via een ontluch-
tingsklep die boven de pomp is geïnstalleerd. Volg de onder-
staande procedure wanneer het verwarmingssysteem met vloei-
stof is gevuld:
1. Open de luchtuitlaatklep.
2. Stel de pomp in op toerental III.
3. Laat de pomp korte tijd draaien, afhankelijk van systeem-
grootte en ontwerp.
4. Wanneer het systeem ontlucht is en het eventuele geluid is
verdwenen, stelt u de pomp in volgens de aanbevelingen. Zie
paragraaf
10. Instellen van de
Herhaal de procedure indien noodzakelijk.
De pomp mag niet drooglopen.
pomp.
7