Inhoudsopgave
Advertenties
14. Technische gegevens en installatie afmetingen
14.1 Technische specificaties
Bedrijfscondities
Relatieve vochtigheid
Systeemdruk
Voordruk
EMC (elektromagnetische compa-
tibiliteit)
Geluidsbelasting
Omgevingstemperatuur
Oppervlaktetemperatuur
Vloeistoftemperatuur
Elektrische gegevens
Voedingsspanning
Isolatieklasse
Diverse gegevens
Motorbeveiliging
Temperatuurklasse
Beschermingsklasse
Om condensatie in bedieningspaneel en stator te voorkomen
moet de vloeistoftemperatuur altijd hoger zijn dan de omgevings-
temperatuur.
De pomp kan werken bij omgevingstemperaturen die
hoger zijn dan de vloeistoftemperatuur als de plu-
gaansluiting in de pomp naar beneden wijst
Als de temperatuur van de verpompte vloeistof lager
is dan de omgevingstemperatuur, zorgt u ervoor dat
de pomp is geïnstalleerd met de pompkop en de plug
in positie 6 uur.
Omgevings
temperatuur
[°C]
0
10
20
30
35
40
16
Maximaal 95 % RV
Maximaal 1,0 MPa, 10 bar, 102 m opvoerhoogte
Vloeistoftemperatuur
≤ 75 °C
90 °C
110 °C
EMC-richtlijn (2014/30/EU).
Gebruikte normen: EN 55014-1:2006/A1:2009/A2:2011, EN 55014-2:2015, EN 61000-3-2:2014 en
EN 61000-3-3:2013.
De geluidsbelasting van de pomp is lager dan 43 dB(A).
0-40 °C
De maximale oppervlaktetemperatuur zal niet hoger zijn dan +125 °C.
2-110 °C
1 x 230 V ± 10 %, 50/60 Hz, PE
F
De pomp heeft geen externe motorbeveiliging nodig.
TF110 tot EN 60335-2-51
IP42
Vloeistoftemperatuur
Min.
Max.
[°C]
[°C]
2
110
10
110
20
110
30
110
35
90
40
70
Minimale voordruk
0,005 MPa, 0,05 bar, 0,5 m opvoerhoogte
0,028 MPa, 0,28 bar, 2,8 m opvoerhoogte
0,108 MPa, 1,08 bar, 10,8 m opvoerhoogte
Advertenties
Inhoudsopgave
