6.3.2 O
NDERHOUD BRANDSTOFFILTER
PERICOLO
GEVAAR
Voor het vervangen van het filter moet u de motor laten afkoelen. Ieder spoor van tij‐
dens het vervangen van het filter gemorste olie moet zorgvuldig gereinigd worden
om uitglijden en ongevallen te voorkomen.
ATTENZIONE
VOORZICHTIG
De brandstof moet in overeenstemming met de huidige wet‐ en regelgeving wor‐
den verwijderd. Giet de brandstof niet op de grond of in een put. Het brandstoffil‐
ter moet in overeenstemming met de huidige wet‐ en regelgeving worden verwij‐
derd.
• Reiniging brandstoffilter
‐ Ledig de brandstoftank en koppel de
brandstofleiding los.
‐ Daar de ringmoer los en verwijder het
filter (1).
‐ Was het filter schoon met schone brand‐
stof om onzuiverheden te verwijderen.
‐ Wees zeer voorzichtig bij het hanteren
van het onderdeel omdat het zeer kwet‐
sbaar is.
ATTENZIONE
VOORZICHTIG
Indien het filter gaten vertoond, moet het met een nieuw exemplaar vervangen
worden. Een beschadigd filter zal de levensduur van het mondstuk en de injec‐
tiepomp beperken.
• Vervanging van het brandstoffilter
‐ Ledig de brandstoftank en koppel de
brandstofleiding los.
‐ Daar de ringmoer los en verwijder het
filter (1).
‐ Vervang het filter (1).
‐ Wees zeer voorzichtig bij het hanteren
van het onderdeel omdat het zeer kwet‐
sbaar is.
MUKC7061015
C
OMPACTE DUMPER
KC70 ‐ K
UBOTA
73