Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Aan de slag
Het stuurprogramma installeren in de tekstmodus:
Als u de grafische interface niet gebruikt of het stuurprogramma niet hebt kunnen installeren, moet u het
stuurprogramma in de tekstmodus gebruiken.
Volg de stappen 1 tot en met 3, typ vervolgens [root@localhost Linux]# ./install.sh en volg daarna de
instructies op het terminalscherm. De installatie wordt voltooid.
Als u het stuurprogramma wilt verwijderen, volgt u de bovenstaande installatie-instructies, maar typt u
[root@localhost Linux]# ./uninstall.sh op het terminalscherm.
Als de printer niet correct werkt, maakt u de installatie van het stuurprogramma ongedaan en installeert u het
opnieuw.
Volg onderstaande stappen om de installatie van het stuurprogramma voor Linux ongedaan te maken.
a. Zorg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is.
b. Wanneer het venster Administrator Login verschijnt, typt u "root" in het veld Login en voert u het
systeemwachtwoord in.
U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de installatie van de printersoftware ongedaan te
maken. Als u geen supergebruiker bent, neemt u contact op met uw systeembeheerder.
c. Plaats de meegeleverde software-cd in het cd/dvd-station.
De software-cd wordt automatisch gestart.
Als de software-cd niet automatisch wordt gestart, klikt u onderaan op het bureaublad op het pictogram
Als het terminalvenster verschijnt, typt u het volgende:
Als het cd-romstation ingesteld is als secundaire master en de te koppelen locatie /mnt/cdrom is,
[root@localhost root]#mount -t iso9660 /dev/hdc /mnt/cdrom
[root@localhost root]#cd /mnt/cdrom/Linux
[root@localhost Linux]#./uninstall.sh
Het installatieprogramma wordt automatisch gestart als AutoRun is geïnstalleerd en geconfigureerd.
d. Klik op Uninstall.
e. Klik op Next.
f. Klik op Finish.

Uw printer lokaal delen

Volg onderstaande stappen om ervoor te zorgen dat de computers uw apparaat lokaal delen.
Als de hostcomputer via een USB-kabel rechtstreeks op het apparaat is aangesloten en met de lokale netwerkomgeving is
verbonden, kunnen de clientcomputers die met het lokale netwerk zijn verbonden het gedeelde apparaat gebruiken om af
te drukken via de hostcomputer.
1 Hostcomputer
2 Clientcomputers Computers die gebruikmaken van het apparaat dat gedeeld wordt via de hostcomputer.
Windows
Instellen als hostcomputer
1. Installeer het printerstuurprogramma (zie
2. Klik op het menu Start in Windows.
3. In Windows 2000 selecteert u Instellingen > Printers.
Als u Windows XP/Server 2003 gebruikt, selecteert u Printers en faxapparaten.
Als u Windows Server 2008/Vista gebruikt, selecteert u Configuratiescherm > Hardware en geluiden
> Printers.
In Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Apparaten en printers.
In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm > Hardware > Apparaten en printers.
file:///C|/E-Doc_Biz_Client/Printers/1133/du/ug/DU/getting_started.htm[12/2/2011 2:11:46 PM]
Een computer die rechtstreeks met het apparaat is verbonden via een USB-kabel.
Het stuurprogramma installeren voor een
.
USB-apparaat).

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave