Regeling van de kleinstand van de branders van het werkblad
Een correcte vlam bij kleinstand moet ongeveer 4 mm zijn.
Een bruusk overgaan van volstand naar kleinstand mag nooit het doven
van de vlam tot gevolg hebben.
The flame adjustment is done in the following way:
* De brander aansteken.
* De kraan op kleinstand plaatsen.
* De knop wegnemen.
* Met behulp van een kleine schroevendraaier de vijs (F) in de kraanstift
draaien tot een correcte regeling uitgevoerd (afb. 2.10).
Vorr G30/G31 (butaangas/propaangas) gas dient de vijs volledig
ingeschroefd te worden.
Snelkookplaat,
Halfsnelle en
Snelle branders
Afb. 2.8
F1
Afb. 2.10
24
Superbrander met driedubbele krans
J
Afb. 2.9
J