• U kunt pas afdrukken als alle inkttanks zijn geïnstalleerd. Zorg dat alle inkttanks zijn
geïnstalleerd.
10. Sluit het bedieningspaneel voorzichtig.
Als een bericht op het scherm wordt weergegeven, drukt u op de knop OK.
Let op
• Let erop dat uw vingers niet beklemd raken wanneer u het bedieningspaneel sluit.
Belangrijk
• Raak bij het openen of sluiten van het bedieningspaneel de knoppen en het LCD-scherm op het
bedieningspaneel niet aan. Dat kan leiden tot een onverwachte werking.
Opmerking
• Als het foutbericht wordt weergegeven nadat het bedieningspaneel is gesloten, voert u de
vereiste stappen uit.
Er wordt een bericht weergegeven
• Het apparaat reinigt de printkop automatisch zodra u begint met afdrukken nadat u de inkttank
hebt vervangen. Voer geen andere handelingen uit totdat het apparaat klaar is met het reinigen
van de printkop.
• Als de printkop niet correct is uitgelijnd, wat u merkt doordat evenwijdige lijnen niet correct
worden afgedrukt of doordat er vergelijkbare problemen optreden,
Opmerkingen over inkttanks
Belangrijk
• Plaats meteen een nieuwe inkttank terug zodra u er een verwijdert. Laat het apparaat nooit staan met
een verwijderde inkttank.
• Gebruik een nieuwe inkttank ter vervanging. De spuitopeningen kunnen verstopt raken als u een
gebruikte inkttank plaatst. Daarnaast kan het apparaat bij een dergelijke inkttank niet correct
aangeven wanneer u de inkttank moet vervangen.
• Zodra u een inkttank hebt geplaatst, mag u deze niet uit het apparaat verwijderen of aan de lucht
blootstellen. Hierdoor kan de inkttank uitdrogen of werkt het apparaat niet meer naar behoren als de
inkttank opnieuw wordt geplaatst. Voor een optimale afdrukkwaliteit moet u de inkttank binnen zes
maanden na het eerste gebruik opmaken.
182
lijnt u de printkop
uit.