Inbedrijfstelling
Stooklijn instellen
De stooklijnen tonen het verband tussen de buitentem-
peratuur en de ketelwater- of aanvoertemperatuur.
Eenvoudiger gezegd: Hoe lager de buitentemperatuur,
hoe hoger de ketelwater- of aanvoertemperatuur.
Van de ketelwater- of aanvoertemperatuur is vervol-
gens de kamertemperatuur afhankelijk.
110
100
90
80
70
60
50
40
30
10
Afb. 38
Voorbeeld voor buitentemperatuur
Vloerverwarming, steilheid 0,2 tot 0,8
A
Lagetemperatuurverwarming, steilheid 0,8 tot 1,6
B
Verwarmingsinstallaties met ketelwatertemperatu-
C
ren van meer dan 75 °C, steilheid groter dan 1,6
Gewenste kamertemperatuur instellen
Voor elk verwarmingscircuit apart in te stellen.
De stooklijn wordt langs de as van de gewenste
kamertemperatuur verschoven. Deze leidt bij geacti-
veerde CV-pomplogica tot een gewijzigd in- en uit-
schakelgedrag van de CV-pomp.
46
Inclinatie
5
0
-5 -10 -15 -20
Buitentemperatuur in °C
14 °C
−
Ingesteld bij levering:
■
Steilheid = 1,4
■
Niveau = 0
1,8
1,6
C
1,4
1,2
1,0
B
0,8
0,6
0,4
A
0,2
-25
-30
Gewenste normale kamertemperatuur
110
A
C
B
D
Afb. 39
Wijziging van de gewenste normale ruimte-
temperatuur van 20 naar 26 °C
Ketelwater- of aanvoertemperatuur in °C
A
Buitentemperatuur in °C
B
Gewenste kamertemperatuur in °C
C
CV-pomp uit
D
CV-pomp aan
E
26°C
20°C
-20
E