Regeling van de tapwaterverwarming...
Via parameter "01" in groep "Warm water" kan het
gewenste gebied tot 95 °C worden vergroot.
Via parameter "0B" in de groep "Warm water" kan de
gewenste instelling aan de bedieningseenheid en/of de
afstandsbedieningen worden toegekend.
Circulatiepomp
De circulatiepomp transporteert op instelbare tijden
warm water naar de tappunten.
Op de regeling kunnen vier periodes voor iedere week-
dag worden ingesteld.
Extra schakelingen
Via de omschakeling van het werkingsprogramma kan
de tapwaterverwarming in combinatie met de verwar-
mingscircuits worden geblokkeerd of vrijgegeven. Zie
parameter "1F" in de groep "V.circuit...".
Regelingsverloop
De volgende parameters in groep "warm water" beïn-
vloeden het regelingsverloop.
Boilerverwarming (parameter "00:0")
Warmwaterboiler wordt koud (gewenste waarde
2,5 K, wijziging via parameter "04"):
−
De gewenste ketelwatertemperatuur wordt 20 K
■
hoger ingesteld dan de gewenste tapwatertempera-
tuur (wijziging via parameter "06").
■
Pomp aan:
–
Van de ketelwatertemperatuur afhankelijke inscha-
keling van de circulatiepomp voor de boilerverwar-
ming (parameter "07:0").
De circulatiepomp schakelt in als de ketelwater-
temperatuur 7 K hoger is dan de tapwatertempera-
tuur.
–
Directe inschakeling van de circulatiepomp voor de
boilerverwarming (parameter "07:1").
Warmaterboiler is warm (gewenste waarde +2,5 K):
■
De gewenste ketelwatertemperatuur wordt terugge-
zet op de weersafhankelijke gewenste waarde.
■
Met pompnaloop:
Na een boileropwarming loopt de circulatiepomp zo
lang na tot één van de volgende criteria is bereikt:
het verschil tussen ketelwater- en tapwatertempe-
–
ratuur is kleiner dan 7 K.
–
De weersafhankelijke gewenste ketelwaardetem-
peratuur is bereikt.
–
de gewenste tapwatertemperatuur wordt met 5 K
overschreden.
De ingestelde maximumnaloop is bereikt (parame-
–
ter "08").
■
Zonder pompnaloop (parameter "08:0").
(vervolg)
Installatie met boilerlaadsysteem
De genoemde functies gelden ook in combinatie met
een boilerlaadsysteem.
De volgende parameters instellen:
"00:3" in de groep "Warm water", "53:1", "55:2" in de
groep "Alg.".
Installatie met Vitosolic
Via parameter "0C" in de groep "Warm water" kan
een derde gewenste tapwatertemperatuur worden
ingesteld.
De warmwaterboiler wordt alleen door de CV-ketel
naverwarmd wanneer deze waarde niet wordt bereikt.
Adaptieve boileropwarming (parameter "00:1")
Bij de adaptieve boileropwarming wordt rekening
gehouden met de snelheid waarmee de temperatuur
van het tapwater toeneemt.
Warmwaterboiler wordt koud, (gewenste waarde
2,5 K, wijziging via parameter "04"):
−
■
De gewenste ketelwatertemperatuur wordt 20 K
hoger ingesteld dan de gewenste tapwatertempera-
tuur (wijziging via parameter "06").
■
Pomp aan:
Van de ketelwatertemperatuur afhankelijke inscha-
–
keling van de circulatiepomp voor de boilerverwar-
ming (parameter "07:0").
De circulatiepomp schakelt in als de ketelwater-
temperatuur 7 K hoger is dan de tapwatertempera-
tuur.
–
Directe inschakeling van de circulatiepomp voor de
boilerverwarming (parameter "07:1").
Warmwaterboiler is warm:
■
de regeling controleert of de CV-ketel na de boiler-
verwarming nog warmte moet leveren of dat de rest-
warmte van de CV-ketel naar de boiler moet worden
afgevoerd.
De regeling legt het uitschakeltijdstip van de brander
en de boilerlaadpomp vast, zodat na de boilerver-
warming de gewenste tapwatertemperatuur niet
essentieel wordt overschreden.
Boilertemperatuurregeling met twee boilertempera-
tuursensoren (parameter "00:2")
De 1e boilertemperatuursensor geeft de boilerlaad-
pomp voor de boileropwarming vrij en wordt gebruikt
voor het stoppen van de pompnaloop.
Functiebeschrijving
119