Functiebeschrijving
Regeling van de ketelwatertemperatuur
Ketelbeschermingsfunctie: Retourtemperatuurverhoging via bijmengpomp
Voor verwarmingsinstallaties met aangrenzend geïn-
■
stalleerde verdeler
■
Voorwaarde:
–
Ketelwaterdebiet moet minstens 50 % kunnen wor-
den geknepen.
–
Bijmengpomp ontworpen voor ca. 30 % van het
totale debiet
Werkt ook op de verwarmingscircuits van een nage-
■
schakelde Vitotronic 200-H.
Functie
De temperatuursensoren T1 en T2 registreren de
retourtemperatuur op verschillende meetpunten.
Bij een lagere minimum retourtemperatuur dan
fabrieksmatig is ingesteld (door de codeerstekker)
wordt via temperatuursensor T2 de bijmengpomp inge-
schakeld.
Als ondanks de retourtemperatuurverhoging de mini-
mum retourtemperatuur, geregistreerd door tempera-
tuursensor T1, niet wordt bereikt, wordt via de meng-
kleppen het debiet geknepen.
Retourtemperatuurverhoging in combinatie met
CV-installaties die niet via LON met de Vitotronic
zijn verbonden
Stekker
sÖ
A1 van de Vitotronic wordt als schakelcon-
tact gebruikt.
Ketelbeschermingsfunctie: Retourtemperatuurregeling via bijmengpomp en 3-weg-mengklep
Voor CV-installaties waarbij op de nageschakelde CV-
circuits geen invloed kan worden uitgeoefend, bijv.
oudere installaties of kwekerijen.
Functie
De temperatuursensoren T1 en T2 registreren de
retourtemperatuur op verschillende meetpunten.
Regelingsverloop
CV-ketel wordt koud
Als de ketelwatertemperatuur 2 K lager ligt dan de
gewenste ketelwatertemperatuur, wordt de brander
ingeschakeld. De brander start zijn eigen bewakings-
programma.
Opmerking
Afhankelijk van de extra schakelingen en stookwijze
kan de branderinschakeling enkele minuten worden
vertraagd.
112
(vervolg)
Vereiste parameter: "53:2" in de groep "Alg.".
20 A1
20
N
L
A
K
te
te
1
2
B
Afb. 46
A1 Sluiten van de mengkleppen
sÖ
Hulprelais, bestelnummer 7814 681
A
Nageschakelde CV-circuitregelaar, schakelcontact
B
gesloten:
signaal voor mengklep DICHT
Bij een lagere minimum retourtemperatuur dan
fabrieksmatig is ingesteld (door de codeerstekker)
wordt via temperatuursensor T2 de bijmengpomp inge-
schakeld.
Als ondanks de retourtemperatuurverhoging de mini-
mum retourtemperatuur, geregistreerd door tempera-
tuursensor T1, niet wordt bereikt, wordt via de 3-weg-
mengklep het debiet geknepen.
CV-ketel wordt warm
■
1-traps brander:
Als de ketelwatertemperatuur 2 K hoger ligt dan de
gewenste ketelwatertemperatuur, wordt de brander
uitgeschakeld.
■
2-traps of modulerende brander:
Als de ketelwatertemperatuur evenveel als het uit-
schakelverschil hoger ligt dan de gewenste ketelwa-
tertemperatuur, wordt de brander uitgeschakeld.
Het uitschakelverschil wordt in parameter "13" in de
groep "Ketel" ingesteld.
te
n