Regeling van de ketelwatertemperatuur
Korte beschrijving
De regeling van de ketelwatertemperatuur vindt
■
plaats door in- en uitschakelen van de brander of
door modulatie.
■
De gewenste ketelwatertemperatuur wordt door de
volgende parameters bepaald:
–
gewenste aanvoertemperatuur van de CV-circuits
en de via LON aangesloten CV-circuits
Externe vraag
–
–
Gewenste tapwatertemperatuur
■
Voor lagetemperatuurketels is via de codeerstekker
een minimum ketelwatertemperatuur ingesteld die
ter bescherming van de ketel moet worden aange-
houden.
Regelingsfuncties
Registratie van de ketelwatertemperatuur:
■
veiligheidstemperatuurbegrenzer STB (vloeistofuit-
zetting)
■
temperatuurregelaar TR (vloeistofuitzetting)
■
Keteltemperatuursensor NTC 10 k
Regelbereikgrenzen boven
Veiligheidstemperatuurbegrenzer VTB 110/100 ºC
■
■
Temperatuurregelaar TR 95/100/110 °C
■
Elektronische begrenzing maximumtemperatuur:
–
Instelbereik: 20 tot 127 °C
–
Wijziging via parameter "06" in de groep "Ketel".
Ketelbeschermingsfunctie: Therm-Control (opstartschakeling)
Voor verwarmingsinstallaties met aangrenzend geïn-
■
stalleerde verdeler
■
Voorwaarde:
Ketelwaterdebiet moet in de startfase (bijv. na week-
enduitschakeling) minstens 50 % kunnen worden
geknepen.
Beïnvloedt ook op de verwarmingscircuits.
■
Functie
■
De sensor van de Therm-Control, in de buurt van de
retouraansluiting gemonteerd, registreert de retour-
temperatuur.
Bij een lagere gewenste temperatuur dan fabrieks-
■
matig is ingesteld (door de codeerstekker) wordt de
brander op vollast gebracht. Het debiet wordt via de
mengkleppen geknepen.
■
Als de gewenste temperatuur wordt overschreden,
worden de mengkleppen geopend. Het debiet wordt
constant naar 100 % verhoogd.
Aansluiting in verwarmingsinstallaties zonder LON
■
Stekker
A1 van de Vitotronic wordt als schakel-
sÖ
contact voor Therm-Control gebruikt.
Vereiste parameter: "53:2" in de groep "Alg."
■
Lagetemperatuurketel in combinatie met Therm-Con-
■
trol:
Bij een te lage gewenste temperatuur op de sensor
van de Therm-Control
tertemperatuur verhoogd.
Bij het verwarmen van de warmwaterboiler wordt
■
een gewenste ketelwatertemperatuur ingesteld die
20 K boven de gewenste tapwatertemperatuur ligt
(wijziging via parameter "06" in de groep "Warm
water").
Regelbereikgrenzen beneden
■
Regeling van de ketelwatertemperatuur bij normale
werking en ingeschakelde vorstbescherming is
afhankelijk van de betreffende CV-ketel.
Ω
20
N
Afb. 45
A1 Sluiten van de mengkleppen
sÖ
A
B
aJA
20 A1
L
A
K
te
te
te
1
2
n
B
Hulprelais, bestelnummer 7814 681
Nageschakelde CV-circuitregelaar, schakelcontact
gesloten:
signaal voor mengklep DICHT
Functiebeschrijving
wordt de gew. ketelwa-
111