Functiebeschrijving
Regeling van de verwarmingscircuits
Tapwatertemperatuur
Voorrangsschakeling
■
Met voorrangsschakeling: (parameter "02:2" in de
groep "V.circuit..."):
tijdens de boilerverwarming wordt de gewenste aan-
voertemperatuur op 0 ºC gezet.
De mengklep sluit. De CV-pomp wordt uitgescha-
keld.
■
Zonder voorrangsschakeling:
De CV-pomp blijft met ongewijzigde instelling
draaien.
Met glijdende voorrangsschakeling, in combinatie
■
met CV-circuits met mengklep:
De CV-pomp blijft ingeschakeld. Zolang de gewenste
ketelwatertemperatuur tijdens de boilerverwarming
niet wordt bereikt, wordt de gewenste aanvoertem-
peratuur van het verwarmingscircuit verlaagd.
De gewenste aanvoertemperatuur wordt door de vol-
gende parameters bepaald:
–
Buitentemperatuur
–
Verschil tussen gewenste en werkelijke ketelwater-
temperatuur
–
Steilheid en niveau van de stooklijn
Instelling van de parameter "02" in de groep "V.cir-
–
cuit..."
CV-pomplogica
Spaarschakelingen
–
De CV-pomp wordt uitgeschakeld (gewenste aanvoer-
temperatuur op 0 °C gezet), indien aan een van de vol-
gende criteria is voldaan:
De buitentemperatuur overschrijdt de via parame-
■
ter "05" in de groep "V.circuit.." ingestelde waarde.
■
De gedempte buitentemperatuur overschrijdt de via
parameter "06" in de groep "V.circuit...." ingestelde
waarde.
De mengklep is gedurende meer dan 12 minuten
■
dichtgehouden (mengklep-spaarfunctie, parame-
ter "07" in de groep "V.circuit...").
■
De via parameter "08" in de groep "V.circuit..." inge-
stelde pompstilstandtijd is bereikt.
Voorwaarde:
–
Er is geen vorstgevaar.
Parameter "0A" in de groep "V.circuit.." moet op 0
–
staan.
Opmerking
Wanneer tijdens de pompstilstandtijd in de verwar-
mingsmodus wordt gezet of de gewenste ruimtetem-
peratuur wordt verhoogd, wordt de CV-pomp inge-
schakeld, ook wanneer de tijd nog niet is verstreken.
De werkelijke kamertemperatuur overschrijdt de via
■
parameter "0E" in de groep "V.circuit..." ingestelde
waarde.
114
(vervolg)
Estrikdroging
■
In combinatie met verwarmingscircuit met mengklep.
■
Voor het drogen van estriken (de gegevens van de
estrikfabrikant moeten beslist gerespecteerd wor-
den).
De pomp van het CV-circuit met menger wordt inge-
■
schakeld en de aanvoertemperatuur op het inge-
stelde profiel gehouden.
■
Na afloop (30 dagen) wordt het verwarmingscircuit
met mengklep automatisch met de ingestelde para-
meter geregeld.
EN 1264 in acht nemen.
■
Het protocol dat door de verwarmingsfirma wordt
■
opgesteld, moet de volgende informatie over het ver-
warmen bevatten:
–
Verwarmingsgegevens met de desbetreffende aan-
voertemperaturen
Bereikte maximale aanvoertemperatuur
–
Bedrijfssituatie en buitentemperatuur bij overdracht
–
van de CV-installatie
■
Verschillende temperatuurprofielen zijn via de para-
meters "23" in de groep "V.circuit" instelbaar.
■
Na stroomuitval of uitschakelen van de regeling
wordt de functie voortgezet. Als de estrikdroging is
beëindigd of de parameter "23:0" in de groep "V.cir-
cuit..." handmatig wordt ingesteld, wordt het
bedrijfsprogramma "Verwarm. en warm water"
actief.
Installatiedynamiek
Het regelgedrag van de mengkleppen kan via parame-
ter "17" in de groep "V.circuit..." worden beïnvloed.
Centrale bediening
Via parameter "62" in de groep "Alg." kan voor een
verwarmingscircuit centrale bediening worden gepara-
metreerd.
Bedrijfs- en vakantieprogramma geldt dan voor alle
overige verwarmingscircuits van de installatie.
Voor deze verwarmingscircuits verschijnt bij het active-
ren van het bedrijfs- en vakantieprogramma "Centrale
bediening". Evt. ingestelde vakantieprogramma's wor-
den gewist.
Party- en spaarmodus zijn bij alle regelingen niet acti-
veerbaar.
Vorstbescherming
De aanvoertemperatuur wordt overeenkomstig de
stooklijn voor de gereduceerde gewenste ruimtetem-
peratuur, maar minstens op 10 °C gehouden.
Overeenkomstig parameter "03" in de groep "V.cir-
cuit..." is een variabele vorstgrens instelbaar.