Afdrukken
Afdrukken - overzicht
Controleer voordat u gaat afdrukken of de stekkers van de computer en de printer in het stopcontact
zijn gestoken, of de computer en de printer zijn ingeschakeld en op elkaar zijn aangesloten. Zorg dat
de juiste printerdriversoftware op uw computer is geïnstalleerd. Zie
49 voor meer informatie.
1.
Selecteer de juiste papierlade.
2.
Plaats papier in de juiste lade. Geef op het bedieningspaneel van de printer het formaat, de
kleur en de soort op.
3.
Open de afdrukinstellingen in uw softwareapplicatie. Voor de meeste softwareapplicaties in
Windows drukt u daartoe op CTRL+P en op een Macintosh op CMD+P.
4.
Selecteer uw printer.
5.
Open de printerdriverinstellingen door in Windows Eigenschappen of Voorkeuren te selecteren
of op een Macintosh Xerox
applicatie.
Pas de printerdriverinstellingen zo nodig aan en klik vervolgens op OK.
6.
7.
Klik op Afdrukken om de opdracht naar de printer te verzenden.
78
Xerox
®
Phaser
®
Handleiding voor de gebruiker
®
-toepassingen. De titel van de toets kan variëren afhankelijk van de
6510-kleurenprinter
De software installeren
op pagina