LDAP-server
Lightweight Directory Access Protocol (LDAP) is een protocol dat wordt gebruikt voor het verwerken
van vragen en updates naar een LDAP-informationdirectory, op een externe server. LDAP kan ook
worden gebruikt voor netwerkverificatie en autorisatie. LDAP-directory's zijn geoptimaliseerd voor
leesprestaties. Gebruik deze pagina voor het definiëren van de manier waarop de printer
gebruikersinformatie van een LDAP-directory ophaalt.
1.
Open een webbrowser op uw computer. Typ het IP-adres van uw printer in de adresbalk en druk
op Enter of Return.
2.
Meld u aan als systeembeheerder bij de Embedded Web Server. Voor meer informatie
raadpleegt u
Aanmelden als beheerder
3.
Klik op Connectiviteit > LDAP > LDAP-servers/Adreslijstservices.
4.
Bij IP-adres/hostnaam: Poort, voert u het IP-adres of de DNS-naam van de LDAP-server in en
voert u vervolgens het poortnummer voor LDAP in.
5.
Configureer indien nodig de optionele LDAP-serverinformatie.
a.
In het veld Zoeken in hoofddirectory typt u met behulp van de indeling Base DN de
hoofddirectory van de zoekdirectory. Bijvoorbeeld, DC=xerox, DC=net.
b.
Selecteer het type LDAP-server.
c.
Typ de Aanmeldnaam en de toegangscode die voor toegang tot de server worden gebruikt.
d.
Geef bij Timeout zoeken het type time-out op dat voor de server moet worden gebruikt. Op
de LDAP-server kunt u de zoektijd beperken of u kunt de tijdslimiet handmatig instellen in
het veld Seconden.
6.
Klik op OK.
7.
LDAP-SSL/TLS inschakelen:
Klik op Systeem > Beveiliging.
a.
b.
Voor Netwerkbeveiliging klikt u op SSL/TLS-instellingen.
Om LDAP-SSL/TLS in te schakelen, klikt u op de wisselknop LDAP - SSL/TLS-communicatie.
c.
8.
Klik op OK.
9.
Klik bij de prompt op Nu opnieuw opstarten.
LDAP-gebruikerskoppeling
LDAP-servers geven verschillende resultaten weer, afhankelijk van hoe de servers de koppelingen
implementeren. Gebruik deze pagina voor het koppelen van LDAP-velden aan velden op uw printer.
Met het bewerken van huidige instellingen kunt u de zoekresultaten van de server afstellen.
Voordat u begint:
•
Zorg dat de LDAP-serverinstellingen zijn geconfigureerd. Voor meer informatie gaat u naar
LDAP.
•
Zorg dat u LDAP hebt ingesteld voor verificatie. Raadpleeg LDAP-verificatie configureren voor
meer informatie.
•
Zorg dat LDAP is ingeschakeld. Raadpleeg Netwerkverificatie voor meer informatie.
•
Zorg dat netwerkverificatie is ingeschakeld. Raadpleeg Beveiligingsinstellingen configureren
voor meer informatie.
op pagina 180.
Xerox
Systeembeheerderfuncties
®
Phaser
®
6510-kleurenprinter
Handleiding voor de gebruiker
183