Systeembeheerderfuncties
Certificaten beheren
•
Info over veiligheidscertificaten ................................................................................................................................... 202
•
•
Voordat u begint.................................................................................................................................................................. 203
•
Een veiligheidscertificaat maken ................................................................................................................................. 203
•
•
•
•
•
Info over veiligheidscertificaten
Een digitaal certificaat is een bestand met gegevens die worden gebruikt om de identiteit van de
client of server in een netwerktransactie te controleren. Een certificaat bevat ook de openbare sleutel
waarmee digitale handtekeningen worden gemaakt en gecontroleerd. Apparaten bewijzen hun
identiteit aan andere apparaten door middel van een certificaat dat door de andere apparaten als
veilig wordt beschouwd. Ook kan een certificaat worden gebruikt dat door een vertrouwde derde
partij is ondertekend en een handtekening die aantoont wie de eigenaar van het certificaat is.
Een digitaal certificaat bestaat onder andere uit de volgende gegevens:
•
Gegevens over de eigenaar van het certificaat
•
Het serienummer en de vervaldatum van het certificaat
•
De naam en de digitale handtekening van de certificeringsinstantie (CA) die het certificaat
heeft uitgegeven
•
Openbare code
•
Een doel dat omschrijft hoe het certificaat en de openbare sleutel kunnen worden gebruikt
Er zijn drie soorten certificaten:
Apparaatcertificaat: een certificaat waarvoor de printer een privé-sleutel heeft; het
•
beschreven doel in het certificaat staat toe dat het certificaat wordt gebruikt voor het
bewijzen van identiteit.
•
CA-certificaat: een certificaat met bevoegdheid tot het onderteken van andere certificaten.
Vertrouwd certificaat: een zelfondertekend certificaat van een ander apparaat dat u wilt
•
vertrouwen.
Om te zorgen dat de printer met andere apparaten kan communiceren via een beveiligde,
vertrouwde verbinding, moeten op beide apparaten bepaalde certificaten zijn geïnstalleerd.
Voor protocollen zoals HTTPS is de printer de server, en moet zijn identiteit bewijzen aan de
webbrowser van de client. Voor protocollen zoals 802.1X is de printer de client, en moet zijn identiteit
bewijzen aan de verificatieserver, meestal een RADIUS-server.
202
Xerox
®
Phaser
®
Handleiding voor de gebruiker
6510-kleurenprinter