6.
Leid de kabel vanuit de wand (bijv. inbouwdoos)
of vanaf de onderzijde naar het bedieningsele-
ment.
7.
Leid de LIN-buskabel bovenaan rechts aan de
achterzijde uit de warmtepomp steek deze on-
deraan in het bedieningselement.
8.
Steek het bedieningselement op de wandhou-
der.
9.
Breng evt. het deksel aan (toebehoren).
7
Spoelen, vullen en ontluchten
7.1
Het frontpaneel van de module-
kast verwijderen
► Schroef het frontpaneel van de modulekast los.
7.2 Kwaliteit verwarmingswater
AANWIJZING
● Gedetailleerde informatie vindt u onder
andere in de (Duitse) VDI-richtlijn 2035,
'Voorkomen van schade in warmwater-
verwarmingsinstallaties'.
● Vereiste pH-waarde: 8,2 ... 10
● Bij aluminummaterialen: pH-waarde: 8,2 ...
8,5
16
Technische wijzigingen voorbehouden | 83057100hNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
► Vul de installatie uitsluitend met gedeminera-
liseerd verwarmingswater (demi-water / VDI
2035) (zoutarme werkwijze van de installatie).
Voordelen van de zoutarme werkwijze:
●
geringe corrosieve eigenschappen
●
geen vorming van ketelsteen
●
ideaal voor gesloten verwarmingscircuits
●
ideale pH-waarde door zelfalkalisering na het
vullen van de installatie
●
indien nodig eenvoudige alkalisering tot een pH-
waarde van 8,2 door toevoeging van chemica-
liën
7.3 Warmtebron vullen, spoelen en
ontluchten
Voor het vullen van het brinecircuit zijn water en de
volgende antivriesmiddelen toegestaan:
●
monopropyleenglycol
●
mono-ethyleenglycol
●
ethanol
●
methanol
► Zorg er bij gebruik van de warmtebron met een
water-antivriesmengsel voor dat het water vol-
doet aan de kwaliteitseisen voor de verwar-
mingswaterzijde.
► Controleer of een vorstbescherming tot +13 °C
gegarandeerd is.
► Controleer of het antivriesmiddel compatibel is
met de ter plaatse gebruikte materialen voor
buisleidingen, afdichtingen en andere onderde-
len.
De afvoerleiding van de veiligheidsklep is aan-
gesloten.
De ruimte is geventileerd.
1.
Meng het antivriesmiddel zorgvuldig met water
in de vereiste verhouding, voordat de warmte-
bron ermee wordt gevuld.
2.
Controleer de concentratie van het water-anti-
vriesmengsel. Vorstbeveiliging: -13 °C
3.
Vul de warmtebron met het water-antivriesmeng-
sel.
4.
Spoel de warmtebroninstallatie.
5.
Spoel de installatie, tot deze helemaal luchtvrij is.
6.
Vul het apparaat via de kogelkranen in de mo-
dulekast.