6.2 Modulekast inbouwen
1.
Zet de modulekast voorzichtig onderaan in de
kast en schuif deze langzaam en voorzichtig
naar binnen.
– Til de buizen op, zodat deze niet worden be-
schadigd.
2.
Breng de beide bevestigingsschroeven aan de
zijkant aan.
3.
Verbind de hydraulische aansluitingen. Vervang
hierbij de O-ringen aan de warmtepompaanslui-
tingen ( bijgeleverd in extra pakket).
4.
Voer een drukproef uit en isoleer de buizen met
de bijgeleverde isolatieslangen ( extra pakket).
5.
Breng de elektrische aansluitingen tot stand:
– Steek de beide stekkers aan de elektrische
schakelkast in. Verzeker u ervan dat de stek-
kers vlot kunnen worden ingestoken en dat
de lippen vastklikken.
– Steek de zwarte, rechthoekige stekker bo-
venaan op de modulekast in.
6.3 Hydraulische aansluitingen mon-
teren
LET OP
Beschadiging van de koperen leidingen door ontoe-
laatbare belasting!
► Beveilig alle aansluitingen tegen verdraaiing.
Technische wijzigingen voorbehouden | 83057100hNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
AANWIJZING
De warmtebron kan bovenaan, rechts of links
worden aangesloten.
De warmtebroninstallatie is volgens de voor-
schriften uitgevoerd ( planningshandboek,
maatschetsen, opstellingsschema's).
De diameters en lengtes van de buizen van het
verwarmingscircuit en de warmtebron zijn vol-
doende gedimensioneerd.
De vrije opvoerhoogte van de circulatiepom-
pen brengt ten minste de voor dit apparaattype
vereiste minimale doorstroomhoeveelheid op
( 'Technische gegevens/leveringsomvang' op
pagina 22).
De leidingen voor de warmtebron en de verwar-
ming zijn via een vast punt aan de wand of het
plafond bevestigd.
Klemringschroefverbindingen en kogelkranen
monteren
LET OP
Lekkage of breuk van de wartelmoer door te hoge
krachtuitoefening!
► Draai de wartelmoer niet harder aan dan hier
beschreven is.
1.
Controleer de buiseinden op krassen, verontrei-
nigingen en vervormingen.
2.
Controleer de correcte positie van de klemring
op de fitting.
3.
Schuif de buis door de klemring in de fitting tot
aan de aanslag.
4.
Draai de wartelmoer handvast aan en breng een
watervaste markering aan.
5.
Draai de wartelmoer met een 3/4 omwenteling
aan.
6.
Controleer de verbinding op dichtheid.
Indien de verbinding niet dicht is:
1.
Maak de verbinding weer los en controleer de
buis op beschadiging.
2.
Draai de wartelmoer handvast aan en haal deze
vervolgens met een steeksleutel nogmaals 1/8
tot 1/4 omwenteling aan, omdat de klemring zich
al in een klempositie bevindt.
13