De wettelijk toegestane minimumpro‐
fieldiepte (1,6 mm) is bereikt wanneer
het profiel tot aan één van de slijtage-
indicatoren (TWI = Tread Wear Indi‐
cator) is afgesleten. De locatie hier‐
van is met markeringen op de zijkant
van de band weergegeven.
Is de slijtage voor groter dan achter,
dan de voorbanden regelmatig
omwisselen met de achterbanden.
De draairichting van de wielen moet
dezelfde blijven.
Banden verouderen ook wanneer er
niet mee gereden wordt. Wij raden u
aan de banden om de zes jaar te
vervangen.
Van banden- en velgmaat
veranderen
Bij het gebruik van banden met een
andere bandenmaat dan af fabriek
gemonteerd, moeten mogelijk syste‐
men worden geherprogrammeerd en
moeten er eventueel andere aanpas‐
singen aan de auto worden verricht.
Laat de sticker met de bandenspan‐
ningswaarden vervangen.
9 Waarschuwing
Rijden met ongeschikte banden of
wielen kan ongevallen veroorza‐
ken en de typegoedkeuring van de
auto vervalt hierdoor.
Wieldoppen
Gebruik wieldoppen en banden die
door de fabriek voor de desbetref‐
fende auto zijn goedgekeurd en daar‐
mee aan alle eisen voor de desbe‐
treffende combinatie van wielen en
banden voldoen.
Verzorging van de auto
Indien geen wieldoppen en banden
worden gebruikt die door de fabriek
zijn goedgekeurd, mogen de banden
niet voorzien zijn van een velgbe‐
schermingsrand.
Wieldoppen mogen de koeling van de
remmen niet belemmeren.
9 Waarschuwing
Het gebruik van ongeschikte
banden of wieldoppen kan tot plot‐
seling drukverlies leiden met
ongelukken als mogelijk gevolg.
Auto's met stalen velgen: Bij gebruik
van wielborgmoeren mogen de wiel‐
doppen niet worden bevestigd.
259