Bij gebruik van een aanhangwagen is
het achteraanzicht dichtbij niet langer
beschikbaar.
Hulplijnen
Standaardachteraanzicht
De horizontale lijn ligt op een afstand
van zo'n 4 m van de rand van de
achterbumper.
Achteraanzicht dichtbij
De onderste horizontale lijn ligt op
een afstand van zo'n 30 cm van de
rand van de achterbumper. De
bovenste horizontale lijnen staan
voor een afstand van zo'n 1 en 2 m.
De baan van de auto wordt afgebeeld
overeenkomstig de stuurhoek.
Rijden en bediening
Ook de openingsstraal van de achter‐
deuren worden getoond op het
achteruitkijkscherm.
Uitschakelen
De achteruitkijkcamera wordt uitge‐
schakeld wanneer het achteruitkijk‐
scherm wordt uitgeschakeld.
Systeembeperkingen
De achteruitkijkcamera werkt moge‐
lijkerwijs niet goed:
● in een donkere omgeving
● de lichtbundel van koplampen
valt rechtstreeks in de camera‐
lenzen
● bij een beperkt zicht door weers‐
omstandigheden, zoals bij mist,
regen of sneeuw
● de cameralenzen zijn bedekt met
sneeuw, ijs, sneeuwbrij, modder,
vuil. Reinig de lens, spoel deze
met water en veeg deze met een
zachte doek af
● de achterklep wordt geopend
● de auto trekt een elektrisch
aangesloten aanhangwagen,
fietsdrager etc.
209