D : automatische modus
M : handgeschakelde modus
De motor start alleen wanneer
de versnellingshendel in stand
P of N staat. Wanneer de stand
N is geselecteerd, trapt u de rem
in of schakelt u de parkeerrem in
alvorens te starten.
Tijdens het schakelen geen gas
geven. Gas- en rempedaal nooit
gelijktijdig bedienen.
Wanneer een versnelling is inge‐
schakeld en de rem wordt losge‐
laten, rijdt de auto langzaam
weg.
Type A
Draai de versnellingshendel.
Type B
Schakelen begint altijd vanuit een
middelste stand en werkt door de
keuzehendel omhoog en omlaag te
drukken. Na het bedienen gaat de
keuzehendel terug naar de middelste
stand.De ingeschakelde versnelling
verschijnt op de instrumentengroep.
P wordt automatisch ingeschakeld als
● de motor wordt uitgeschakeld
● het bestuurdersportier wordt
geopend bij een rijsnelheid van
minder dan 2 km/u
Rijden en bediening
Afremmen op de motor
Om bij het afdalen van een helling op
de motor af te remmen, een lagere
versnelling selecteren.
Auto heen en weer schommelen
Het is alleen toegestaan de auto heen
en weer te schommelen als de auto is
vastgereden in zand, modder of
sneeuw. Beweeg de versnellingshen‐
del meermaals tussen stand D en R
heen en weer. Motor niet te hoge
toeren laten maken en snel optrekken
voorkomen.
Handmatige modus
De handgeschakelde modus M kan
vanuit stand D in elke rijsituatie en bij
elke snelheid worden geactiveerd.
163