Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Controle - elco EKEVO 6.2400 GL-E Originele Gebruiksaanwijzing

Brander voor olie en gas
Inhoudsopgave

Advertenties

Inbedrijfstelling

Controle

De volgende controles moeten
uitgevoerd worden voor de eerste
inbedrijfstelling van de installatie:
• Houd u aan de gebruiksvoorschriften
van de fabrikant van de ketel. De ketel
moet gemonteerd zijn en klaar om te
werken.
• Vul de verwarmingsinstallatie met
voldoende water.
• Controleer of de elektrische
bekabeling van alle componenten van
de complete installatie correct is
uitgevoerd.
• Controle van de draairichting van de
brandermotor.
• Correcte instelling van de
temperatuur- of drukregelaars,
begrenzers, veiligheidstoestellen en
elektrische eindeloopschakelaars.
• Controle van de gasaansluitdruk.
• Afdichtingscontrole van de elementen
waar het gas doorheen stroomt.
• Ontluchting van brandstofleidingen
(geen lucht).
• Rookgascircuits geopend en
voldoende aanvoer van frisse lucht.
• Brander in startpositie: luchtklep in
positie "DICHT".
• Besturingseenheid van de
elektronische groep gereset en in de
uitgangspositie.
Opgelet:
Er mag zich geen voorwerp dat
aangezogen zou kunnen worden
(bijvoorbeeld poetsdoeken, een
handleiding) bevinden binnen een
afstand van 0,5 m rond de
luchtaanzuiging van de brander. De
aanzuiging van deze voorwerpen kan
storingen en gevaarlijke situaties in de
werking veroorzaken. Dit kan leiden tot
een defect, schade aan de omgeving, de
installatie, of zelfs verwondingen van
personen.
Inbedrijfstelling stookolie
Open alle afsluiters van het systeem van
de oliestroom.
• Plaats de brandstofkeuzeschakelaar
op stookolie
• Vul de oliepomp
• Plaats de manometer voor de controle
van de druk op de aanvoer en op de
retour.
• Plaats de manometer voor de controle
van de druk aan de kant aanzuiging
van de pomp of controleer de druk van
de leiding in lus.
Ontluchten
Schakel kort de brander in en controleer
of de draairichting goed is. Ontlucht de
olieleiding en de oliepomp.
Let op!
Het vloeistofsysteem is in de fabriek
gevuld met een testvloeistof. Dit kan
leiden tot ontstekingsproblemen bij de
eerste inbedrijfstelling. Om de pomp te
ontzien, is de brandstofdrukregelaar
ontlast bij het verlaten van de fabriek,
dat wil zeggen dat geen enkele druk is
ingesteld. Verhoog bij de inbedrijfstelling
van de brander de druk van de olie
langzaam tot de werkdruk.
Controleer de werking van het
programma van de brander voor de
eerste vrijgave van de brandstof.
• Open de afsluiters van de olie
• Schakel de olie-elektroklep op het
aanvoercircuit uit (door bijvoorbeeld
de stekker los te maken,
• de spoel te demonteren, losmaken)
• Start de brander en bekijk de volgorde
van de inbedrijfstelling op het verloop
van het programma:
1. Inschakelen van de ventilator
2. Luchtklep voorventilatie
3. Controle van de luchtdruk
4. Luchtklep gedeeltelijke belasting
5. De pomp start
6. Ontsteking
7. Openen van de kleppen (de
losgemaakte klep blijft gesloten)
8. In veiligheid gaan na aflopen van
veiligheidsduur (zie
branderautomaat)
• Sluit de klep weer aan
• Reset de branderautomaat van de
elektronische eenheid
Inbedrijfstelling gas
• Sluit de meetinstrumenten van de druk
van de gaskop aan op de aansluiting
van de meting stroomafwaarts van de
gasregelklep op de aansluiting van
het meten van de brander.
• Open de gasstopkraan
stroomopwaarts van de gasblokken
en controleer de gasdruk op de
manometer.
Controleer de werking van het
programma van de brander voor de
eerste vrijgave van de brandstof.
• Open kort de gasstopkraan op de
kleppengroep tot de druk aanwezig is,
sluit hem daarna
• Start de brander en bekijk de volgorde
van de inbedrijfstelling op het verloop
van het programma:
1.
Afdichtingscontrole van de klep
2.
Ventilator
3.
Luchtklep voorventilatie
4.
Controle van de luchtdruk
5.
Luchtklep gedeeltelijke belasting
6.
Ontsteking
7.
Openen van de kleppen
8.
In veiligheid gaan na aflopen van
veiligheidsduur (zie
branderautomaat) of onderbreking
door te weinig gas
• Reset de branderautomaat van de
elektronische eenheid
03/2016 - Art. Nr. 4200 1044 7902A
Opmerking over de stand van de
gasklep in de branders N8/N9/
EKEVO 8/EKEVO 9:
De indicatie van de stand rechtstreeks
op de gasklep kan zonder gereedschap
op de installatie gewijzigd worden.
Daarom is deze indicatie van de stand
niet per se die van de klep.
Voor een betrouwbare indicatie voor de
stand van de gasklep, moet u de schroef
(1) gebruiken die vastzit aan de
koppeling. De stand van de schroef
geeft de hoekpositie van de gasklep
weer.
N8/N9
EKEVO8/EKEVO9
53

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave