Inbedrijfstelling
Branderautomaat
Beschrijving
De elektronische besturing van de
brander is een programmeerbare
branderautomaat met geïntegreerde
elektronische gecombineerde regelaar.
Naargelang van de uitrusting en het type
zijn bijkomende functies geïntegreerd.
De volgende branderbesturingen
worden gebruikt in functie van de
branders:
Branderbesturing
Fabrikant
Technische gegevens
Bedrijfsmodus
Componenten en
geïntegreerde functies
Optionele uitrusting
Er worden ook branders zonder
besturing geleverd, waarvan alle
componenten op een verbindingsstrip
zijn aangesloten. De besturing van de
brander is in die gevallen niet
inbegrepen in de levering van de
brander.
De branders uitgerust met de
branderautomaat BT3xx worden
bediend en ingesteld via een
handmatige terminal (display) of via
computersoftware. De instructies voor
het gebruik van de display en de pc vindt
u in de aanvullende
gebruiksaanwijzingen voor de BT3xx:
Na het opstarten van de brander en na
iedere wijziging aan de gegevens van de
BurnerTronic (bv. wijziging van de
curves of de parameters) moeten de
gegevens worden opgeslagen. Voer
daartoe een beveiligde opslag van alle
gegevens uit. De desbetreffende
procedure wordt beschreven in de
hoofdstukken "Bestand" en "Gege-
vensopslag" van de gebruiksaanwijzing
44
BT 340
Lamtec
Bedrijfsspanning: 230 V CA
Frequentie: 50/60 Hz
Opgenomen vermogen: ca. 30 VA
Omgevingstemperatuur:
In bedrijf: -20...+60° C
Opslag: -25...+60° C
3 uitgangen voor gemotoriseerde actuators
(1x 0...10 V permanent, 0/4...20 mA)
Onderbroken/continu bedrijf
Servomotor STE 4,5
Interface klant
Geïntegreerde klepdichtheidscontrole
Programmeereenheid
Uitbreidingsmodule bediening van de rotatiesnelheid
Uitbreidingsmodule LCM 100
Regeling O
/CO
2
Aansluiting van een veldbus (via de optionele module
LCM100):
- PROFIBUS
- Modbus
- Ethernet (Modbus TCP)
- 420010491001 Beschrijving van de
automaat, het display, de instelling
- 420010491101 Remote software
- 420010xxxxxx Instelling van CO/O2
- 420010491201 Lijst van de
storingscodes
- 420010491301 Lijst van de
parameters
Inbedrijfstelling
De inbedrijfstelling mag uitsluitend
worden uitgevoerd door de daartoe
opgeleide technicus. De bekabeling van
het systeem moet worden gerealiseerd
in overeenstemming met het geldende
elektrisch schema voor de brander en
met de plaatselijke normen en
wetgeving.
"BurnerTronic BT300 - Remote
Software, onderhoud" (Art.nr. 4200
1049 1101). Dankzij deze opslag kan de
brander na vervanging van de Burner-
Tronic snel en makkelijk opnieuw
worden opgestart.
03/2016 - Art. Nr. 4200 1044 7902A
Volg daarbij steeds de geldende
instructies voor de besturing van de
brander. De branderbesturing wordt in
de fabriek specifiek voor iedere brander
ingesteld. Bij de eerste inbedrijfstelling
moet worden gecontroleerd of de
parameters overeenstemmen met de
specificaties van de installatie. Verder
moet ook worden gecontroleerd of de
servomotoren correct zijn ingesteld.
Tijdens de test van de in- en uitgangen
moeten de handmatige voorzieningen
voor de afsluiting van de gastoevoer
absoluut gesloten blijven. Een
verlenging van de veiligheidstijden die
door externe circuits worden
geregistreerd, is niet toegestaan.