Installatiehandleiding | Pumping Smart Card
•
Passieve (via de stroomkring gevoede) sensoren worden gevoed via de 4-20 mA-klemmen van de smartcard. Gebruik voor deze
sensoren B13-B14, B23-B24, B33-B34.
•
Actieve sensoren (met eigen voeding) hebben een interne of externe voeding. De sensor wordt niet gevoed via de klemmen van
de smartcard. Sluit voor deze sensoren de 0 V aan op klem R1 en sluit de actieve ingang op basis van de gewenste functie aan op
B13, B23 of B33.
Actieve en passieve sensoren kunnen in dezelfde installatie worden gebruikt.
4.4 Signaalverstoring minimaliseren
Gebruik bedrading met gedraaide paren om signaalverstoring te minimaliseren als u de analoge 4-20 mA-ingangen gebruikt.
4.5 Ingangen
1
C44
C43
USB
DIGITAL INPUTS
Afbeelding 2:
Positie van ingangen
Tabel 1: Legenda bij positie van ingangen
Nummer
Functie
1
Resetingang
2
Digitale ingangen (maakcon-
tact, NO)
3
RTD/PT100-ingang
Danfoss A/S © 2018.10
3
2
4
C34
C33
C24
C23
C14
C13
R3
R2 R1
B34
B33
B24
RTD
4/20mA INPUTS
Klemmen
RESET, COM+
C13, C14
C23, C24
C33, C34
C43, C44
R1, R2, R3
B23
B14 B13
Keypad
Beschrijving
Als de resetingang actief is, werkt de softstarter niet. Als er geen
resetschakelaar vereist is, monteer dan een brug over de klemmen
RESET, COM+ op de softstarter. De resetingang is standaard ge-
configureerd als verbreekcontact (NC).
Dieptebeveiliging
Flowbeveiliging en -bewaking
Lagedrukbeveiliging
Hogedrukbeveiliging
Motortemperatuurbeveiliging
Installatie
AN279052730268nl-000101 / 175R1183| 9